Hoogheemraadschap van Rijnland gaat verplichte klimaatbestendige regels opleggen bij de ontwikkeling van nieuwe grote gebiedsprojecten. Het hoogheemraadschap loopt daarmee vooruit op het nieuwe beleidsprincipe 'water en bodem sturend', dat het kabinet landelijk wil invoeren bij ruimtelijke ordeningsprojecten. Dat Rijnland in eigen werkgebied het voortouw neemt, trekt veel belangstelling van ander waterschappen, zegt dagelijks bestuurder Marco Kastelein.
“We zijn een van de eerste waterschappen die dit doen, zo niet de eerste,” zegt Kastelein. “Doordat de regels verplicht worden, zorgen we ervoor dat voldoende en schoon water en een gezonde bodem sturend worden in de ontwikkeling van grote gebiedsplannen.”
Een belangrijke regel die Rijnland wil invoeren is dat nieuwe gebiedsontwikkelingen straks moeten voldoen aan de zogeheten 90 millimeter-regel. Dat betekent dat een nieuw ontwikkeld gebied extreme neerslag van 90 millimeter in 24 uur moet kunnen verwerken. Bij het ontwerpen van de plannen moeten daarom voldoende voorzieningen worden getroffen om water op te vangen.
Andere regels die Rijnland wil introduceren zijn: nieuw oppervlaktewater moet worden ingericht voor een flexibel peilbeheer van 30 centimeter. De oever van zo’n nieuw oppervlaktewater moet een flauwe helling hebben. Ook gelden er regels voor verharde tuinen bij projecten van meer dan 10 woningen.
Een belangrijke reden voor invoeren van de verplichte klimaatbestendige regels zijn de 100.000 woningen die moeten worden gebouwd in Zuid-Holland. “Dat is zeker een belangrijke reden. De meeste van die woningen komen in ons gebied. Dat geeft wel zorgen, ja. Of die locaties en invulling van de projecten bestendig zijn voor de toekomst”, zegt Kastelein.
Stevig neerzetten
Het dagelijks bestuur heeft als standpunt dat water en bodem sturend ‘stevig neergezet' moet worden in de ruimtelijke ordening en legde dat op 13 december 2022 vast in een collegebesluit. “Enerzijds doen we dit door duidelijke Rijnlandse regels te ontwikkelen (afdwingen), anderzijds door onze boodschap helder neer te leggen in ruimtelijke planprocessen en gebiedsontwikkelingen (beïnvloeden). We gebruiken het adagium zoals dat landelijk wordt gehanteerd: ‘pas toe of leg uit’."
Naast het opnemen van de klimaatbestendige regels in de nieuwe Waterschapsverordening werkt het waterschap aan regionale klimaatvisies onder de noemer ‘Blauwe lens op de regio’. Kastelein: “Dat zijn schetsen zoals wij de ontwikkelingen zien in het kader van water en bodem sturend. Aan de hand van plaatjes en tekeningen maken we onze visies inzichtelijk. Dit is de counterpart ervan, namelijk dat het ook in regels en verordening wordt vastgelegd.”
Omgevingswetproof
Nieuw is ook dat de waterschapsverordening ‘omgevingswetproof’ is gemaakt, vertelt Kastelein. “Wij hebben de verordening zo opgesteld dat het goed is als de Omgevingswet doorgaat, maar ook als die niet door zou gaan.” Het maken van deze waterschapsverordening was een flinke verbouwing, staat in de besluitnota. "In de verordening staan de Keur, Uitvoeringsregels keur en werkingsgebieden (kaartlagen) uit de leggers. Daarnaast zijn er ook vanuit het Rijk en de provincies regels en verplichtingen die hun plek krijgen in de waterschapsverordening."
De verordening bestaat uit drie delen. "Als bij het vaststellen van de waterschapsverordening de Omgevingswet in werking is getreden, dan treden de delen 1 en 2 in werking. Is de Omgevingswet nog niet in werking getreden op het moment dat de waterschapsverordening wordt vastgesteld, dan treden de delen 1 en 3 in werking", aldus de besluitnota.
Daarmee neemt Rijnland een hobbel die andere waterschappen er nog van weerhoudt om voor eigen werkgebied nieuw beleid te maken op basis van het beginsel 'water en bodem sturend'. “Voor sommige waterschappen is dat een belemmering”, zegt Kastelein. "Die wachten eerst de ontwikkelingen rond de Omgevingswet af." Neemt niet weg dat er wel veel belangstelling is bij waterschappen voor de stappen die Rijnland nu neemt, aldus Kastelein.
De nieuwe waterschapsverordening wordt tot 23 maart ter inzage gelegd en kunnen inwoners, gemeenten en bedrijven hun reactie geven. Daarna moet het algemeen bestuur zich erover uitspreken.