secundair logo knw 1

De Maas bij Roermond. Foto archief RWS

Miljoenen Nederlanders en Belgen zijn voor hun drinkwater afhankelijk van de Rijn en de Maas, maar die bevatten nog steeds veel afvalstoffen. Namens de drinkwaterbedrijven pleit RIWA voor volledige transparantie over industriële lozingen door middel van een register.

''Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit’’, zegt directeur Maarten van der Ploeg van RIWA-Maas. Omdat vaak niet bekend is welke stoffen bedrijven lozen, doen drinkwaterbedrijven zelf uit voorzorg onderzoek naar de waterkwaliteit. ''Dit gebrek aan transparantie is niet meer van deze tijd'', meent Van der Ploeg. ''Het zou veel beter zijn als bekend is welke stoffen er worden geloosd.''

Namens acht Nederlandse en twee Belgische drinkwaterbedrijven rapporteren RIWA-Maas en RIWA-Rijn jaarlijks over de kwaliteit van het rivierwater aan de hand van ruim 1100 parameters.

Uit de vandaag gepubliceerde rapporten over 2017 blijkt dat de waterkwaliteit de laatste decennia weliswaar is verbeterd, maar ook dat er nog altijd te hoge concentraties ongewenste stoffen worden gemeten. Deels komt dat doordat er beter wordt gemeten, deels ook doordat er steeds innovatievere stoffen worden gebruikt, verklaart Van der Ploeg. Als voorbeeld noemt hij röntgencontrastmiddelen, die moeilijk te verwijderen zijn in de zuivering. 

Innamestop

Het rivierwater is beoordeeld op basis van de streefwaarden uit het European River Memorandum (ERM), dat is opgesteld door 170 Europese drinkwaterbedrijven. In de Rijn overschreden 65 parameters samen 1790 keer de ERM-streefwaarde. In de Maas gebeurde dat 1637 keer, bij 70 verschillende parameters.

Het betreft vooral stoffen die niet wettelijk genormeerd zijn en waarvan de schadelijkheid nog niet, of niet volledig, is vastgesteld: de opkomende stoffen. Zo werden in de Rijndelta onder meer GenX, pyrazool en trifluoracetaat aangetroffen. Dat kan leiden tot een innamestop. In 2017 gebeurde dat in totaal 45 keer; in de andere gevallen werd om een ontheffing gevraagd.

''Een zorgelijke situatie’’, vindt Van der Ploeg. ''De afgelopen decennia is de waterkwaliteit weliswaar verbeterd, maar het wordt hierdoor wel steeds complexer om de productie van drinkwater veilig te stellen.’’

Afvalwater

Drinkwaterbedrijven in Nederland en België onttrekken jaarlijks 750 miljoen kuub water uit de Rijn en de Maas om hiervan drinkwater voor 8,5 miljoen klanten te bereiden. Bij een lage waterafvoer, zoals in de afgelopen droge zomermaanden, zijn de rivieren extra kwetsbaar. Ze bestaan dan voor de helft uit al dan niet gezuiverd afvalwater. De helft daarvan komt voort uit industriële lozingen, waarvan vaak onbekend is welke stoffen ze bevatten.

Om een duurzame drinkwatervoorziening voor de toekomst te kunnen garanderen, is een strengere aanpak nodig, concludeert RIWA naar aanleiding van de rapporten. De Nederlandse overheid zet weliswaar stappen in die richting, maar aan de vergunningverlening en de handhaving moeten worden aangescherpt, verduidelijkt Van der Ploeg. Ook moet er internationaal intensiever worden samengewerkt. 

Maar vooral volledige transparantie heeft als het aan RIWA ligt nu topprioriteit. Een publiek, grensoverschrijdend register moet voor iedereen duidelijk maken wie waarvoor een vergunning heeft aangevraagd en welke stoffen via industrieel afvalwater in het milieu terechtkomen.

Lees hier:

Jaarrapport 2017 - De Maas

Jaarrapport 2017 - De Rijn

 

 

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.