secundair logo knw 1

Een dijkinspectie in het gebied van Waterschap Rivierenland | Foto Mark van der Krogt

De wijze waarop de nieuwe normen voor primaire waterkeringen bij dijkversterkingen worden toegepast, kan betekenen dat dijken onnodig zwaar versterkt worden. In zijn promotieonderzoek aan de TU Delft ontwikkelde Wouter Jan Klerk een optimalisatiemethode waarmee veel geld bespaard kan worden, terwijl de veiligheid wel gewaarborgd blijft.

2903 Wouter Jan KlerkWouter Jan KlerkSinds 2017 gelden in Nederland nieuwe overstromingskansnormen voor primaire waterkeringen. Deze zijn risicogebaseerd: ze zorgen ervoor dat het overstromingsrisico overal acceptabel laag is. "Bij een dijkversterking wordt een dijk in kleine stukjes opgeknipt", legt de gisteren gepromoveerde Klerk uit. "In mijn onderzoek hebben we dat losgelaten. In plaats daarvan zijn we gaan kijken op welke plek we die zak met geld het beste kunnen investeren zodat het geheel er de meeste baat bij heeft."

Door deze aanpak kan de versterking van delen van een dijk die dicht tegen de norm aan zitten worden voorkomen of uitgesteld, stelt de promovendus. "Er hoeft dus minder onnodig te worden versterkt. Het gaat om de som van de delen, die moet veilig zijn."

Zijn optimalisatiemethode is in de praktijk toegepast bij het dijkversterkingsproject Streefkerk-Ameide-Fort Everdingen van Waterschap Rivierenland. Uit de analyses bleek dat een kostenreductie van 30 tot 40 procent haalbaar. De methode is ingezet om te bepalen welke stukken op korte termijn moeten worden versterkt. Klerk: "Dat bespaart niet alleen veel geld, het voorkomt ook overlast voor de omgeving."

Onzekerheden
Het promotieonderzoek van Klerk is onderdeel van het All-Risk-onderzoeksprogramma, dat mede ten doel heeft het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) te ondersteunen. Veertien promovendi doen onderzoek naar de nieuwe normen voor waterkeringen.

Behalve op de optimalisatie van dijkversterkingsprojecten richtte Klerk, overstromingsexpert bij Deltares, zich in zijn onderzoek op het verkleinen van onzekerheden in de sterkte van dijken en op risicogestuurd beheer en onderhoud.

Veel Nederlandse dijken zijn afgekeurd op onderloopsheid (piping) en instabiliteit, maar dat gaat volgens de promovendus gepaard met veel onzekerheden. "Er wordt nog nauwelijks systematisch naar het verkleinen van die onzekerheden door monitoring gekeken, en juist systematisch kijken naar de baten geeft helderheid."

Hij ontwikkelde daarom een methode om de baten van dijkmonitoring en proefbelasting door bijvoorbeeld infiltratieproeven te onderbouwen. Die baten blijken "behoorlijk groot".

Dijkinspecties
Als laatste keek Klerk, ook weer bij Waterschap Rivierenland, naar de nauwkeurigheid van de jaarlijkse visuele dijkinspecties. "Die leveren waardevolle informatie op, maar ze zijn zeker niet perfect en dus blijven er schades en gebreken onder de radar", concludeert hij.

"Bijvoorbeeld door graverij of droogte. Visuele inspecties zullen nodig blijven, maar je kunt niet alles zien. Extra inspecties, bijvoorbeeld met drones, leveren potentieel de meeste winst op. Die kunnen het risicogestuurd beheer en onderhoud echt verbeteren."

 

MEER INFORMATIE
Proefschrift ‘Decisions on life-cycle reliability of flood defence systems'

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest. 
De heer Revis is afkomstig uit een openlijk natuurvijandige partij als de VVD. Ook als wethouder RO in Den Haag is van hem geen enkel, ik herhaal, geen enkel groen feit bekend, tenzij ik iets heb gemist. SBB heeft zware klappen opgelopen door de Bleker-bezuinigingen. Zo is in de provincie Zuid-Holland de subsidie voor onderhoud en beheer gedaald van 45% naar 25%. SBB staat op het punt om natuur- en recreatiegebieden af te sluiten. Om in kabinetstermen te spreken een natuurcrisis. Ondanks dat we van de heer  Revis qua achtergrond niets mogen verwachten, zou hij, je weet het maar nooit, juist vanwege zijn achtergrond, SBB goede diensten kunnen bewijzen. Ik wens hem uiteraard veel succes en waar wij als KNNV-afdelingen Zuid-Holland kunnen steunen, zullen we dat beslist doen.
Huub van 't Hart, secretaris Natuurbescherming KNNV Natuurlijk Zuid-Holland