Waterschap Rijn en IJssel gaat onderzoeken of de nieuwe stof Kaumera de stabiliteit van de dijken kan versterken. Dit doet het samen met Bureau Waardenburg en het kennisprogramma Lumbricus. De proef gaat in het voorjaar van 2025 van start, heeft plaats op de Bevermeerdijk in Angerlo en duurt tot 2029.
Kaumera is een nieuwe biobased grondstof die wordt gewonnen uit slibkorrels die zich vormen bij het Nereda zuiveringsproces. In dit project wordt Kaumera gemaakt van het proceswater van zuivelfabriek Friesland Campina.
“Het interessante van deze proef is dat dit een biostimulant is die uit de watersector zelf komt”, vertelt Dennis Roes, accountmanager bedrijf bij waterschap Rijn en IJssel. “Het is een circulair proces. De koe eet gras, de koe levert melk, van het proceswater wordt Kaumera gemaakt, wat vervolgens weer in het gras wordt gestopt.”
Eerder is al onderzocht dat Kaumera goed vocht in de grond kan vasthouden. Daardoor wordt de bovenlaag van de grond stabieler. Deze eigenschappen komen goed van pas als het gaat om het stevig houden van de grasmat op de dijken in tijden van droogte.
"Door de klimaatverandering zien we steeds vaker droogteschade aan de grasmat op dijken. Met de proef kunnen wij onderzoeken of Kaumera helpt bij de worteldiepte en het vasthouden van water. Hierdoor blijft de dijk sterker en daardoor veiliger bij hoogwater", zegt Roes.
Biodiversiteit in de worteling
Daarnaast is gebleken dat Kaumera helpt planten beter te laten groeien. Gedurende de proef wordt daarom de biodiversiteit in de dijk gemonitord. “Een mengsel van wortelen van gras en kruiden is belangrijk voor de stabiliteit van de dijk. Er is namelijk altijd wel een soort die prevaleert en daarmee de stabiliteit van de dijk weet te verbeteren. In de proef volgen we of Kaumera leidt tot biodiversiteit in de worteling."
Afgelopen voorjaar zijn diverse potproeven met en zonder Kaumera gedaan op kleine oppervlakten grond. De resultaten hiervan geven voldoende vertrouwen om de proef nu ook op grotere schaal te houden.
"We werken samen met meerdere waterschappen. Ook de vereniging van dijkbeheerders en onze Duitse collega's houden we op de hoogte van de vorderingen. De proef kan voor zowel beheerders van veen- als zanddijken interessant zijn", zegt Roes.