Begin deze maand werd het wetsvoorstel over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de land- en tuinbouw ingetrokken. Staatssecretaris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) heeft inmiddels laten weten dat hij van plan is dit voorstel binnenkort opnieuw in te dienen. Voor de waterschappen een positieve ontwikkeling: zij benadrukken het belang van een snelle behandeling, zodat de wet spoedig in werking kan treden.
Tijdens het tweeminutendebat van donderdag 19 december in de Tweede Kamer werd een motie van de BBB aangenomen. Deze motie, opgesteld in samenwerking met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en boeren- en tuindersorganisatie LTO, roept op om prioriteit te geven aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Een bestaand plan van aanpak vormt hiervoor de basis. De waterschappen ondersteunen deze motie en werken al intensief samen met agrarische sectoren binnen gebiedsgerichte trajecten.
Naast de motie over waterkwaliteit werd ook een voorstel van de PVV aangenomen. Dit voorstel richt zich op het onderzoeken van de aanwezigheid en bronnen van glyfosaat in Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties. De Unie van Waterschappen ziet dit onderzoek als een waardevolle stap, passend binnen hun pleidooi voor een bronaanpak van vervuiling.
Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) bracht tijdens het debat de aansluiting tussen het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen en de Kaderrichtlijn Water onder de aandacht. Hij vroeg hoe het staat met de uitvoering van een eerdere motie hierover. Minister Wiersma (Landbouw, Voedselvoorziening en Natuur) gaf aan dat gesprekken met betrokken partijen gaande zijn, maar de waterschappen dringen aan op meer tempo en wijst naar het doeljaar van de KRW (2027).