Noord-Brabant en Limburg gaan versneld aan de slag met klimaatadaptatie. Op 20 april overhandigden ze hun plannen in Den Haag.
De provincies Noord-Brabant en Limburg en de zuidelijke waterschappen en gemeenten zien klimaatverandering als een acuut en urgent probleem waar ze versneld werk van willen maken. Gedeputeerde Johan van den Hout van Noord-Brabant overhandigde het ‘bod van het Zuid-Nederland’ aan deltacommissaris Wim Kuijken, aan Peter Heij (directeur-generaal Water en ruimte bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu) en aan Jan Hendrik Dronkers (directeur-generaal van Rijkswaterstaat).
De wetenschappelijke inzichten over wereldwijde klimaatverandering laten geen ruimte voor twijfel, aldus Van den Hout, die ook verwijst naar het internationale klimaatakkoord dat vorig jaar in Parijs werd gesloten. “Klimaatverandering heeft direct gevolgen voor het waterbeheer en voor de manier waarop we de openbare ruimte in de toekomst inrichten.”
De samenwerkende overheden in de zuidelijke provincies hadden voor de komende jaren al 500 miljoen euro per jaar uitgetrokken voor klimaatmaatregelen en watersysteembeheer. Tot 2020 doen ze daar minimaal 52 miljoen euro extra bij en na 2020 jaarlijks 50 miljoen euro extra.
De investeringen worden gebuikt om de capaciteit van watersystemen te vergroten, het ‘verkoelen’ van hitteplekken in de stad, het vergroenen van de openbare ruimte, een betere opvang van regenwater en meer mogelijkheden om water in de bodem te laten infiltreren. De regio vraagt het Rijk om een extra bijdrage uit het Deltafonds om alle maatregelen te kunnen realiseren.