secundair logo knw 1

Jan Bonjer is vanavond officieel beëdigd als dijkgraaf van waterschap Hollandse Delta. Bonjer trad op 1 mei al aan als dijkgraaf, maar zijn beëdiging werd vanwege coronacrisis uitgesteld tot 2 december.

Jan Bonjer 180 vk 2 Jan Bonjer Commissaris van de Koning Jaap Smit beëdigde Bonjer tijdens een buitengewone vergadering van dijkgraaf en heemraden in het waterschapshuis in Ridderkerk. 

De dijkgraaf zei dat het hoog tijd is dat Nederland de betekenis van water herontdekt bij het ordenen van de ruimte. Na zeven maanden in functie te zijn geweest als dijkgraaf is zijn indruk dat het urgentiegevoel ontbreekt. “Het is veel praten en veel plannen, te weinig durven en doen.”

Voor het behoud van Nederland is een samenspel nodig van ‘harde’ techniek en ‘zachte’ natuur, aldus Bonjer. Zijn stelling daarbij is: bouwen met de natuur is noodzakelijk, anders wordt veiligheid voor de lage landen onbetaalbaar.

Ook de samenleving speelt een grotere rol bij het waterschapswerk, heeft de uit mediawereld afkomstige dijkgraaf vastgesteld. "Dat vraagt van ons om met een open blik en met creativiteit nieuwe allianties aan te gaan.” Daar is een verandering van denken voor nodig, ook binnen Hollandse Delta, aldus de dijkgraaf. “We zijn een organisatie van professionals die moet veranderen in een professionele organisatie.”

 

MEER INFORMATIE
Jan Bonjer wordt nieuwe dijkgraaf van Hollandse Delta

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.