2020 was ook het jaar van de droogte. Tanja Klip-Martin, die deze maand na bijna acht jaar afscheid neemt als dijkgraaf van waterschap Vallei en Veluwe, roert zich in het publieke debat over het watersysteem. ‘Waterslurpende gewassen passen niet meer op de hoge zandgronden.’
Tekst Dorine van Kesteren | Foto Vallei en Veluwe
Wie heeft een creatief idee om water te vast te houden en de grondwatervoorraden aan te vullen? Die vraag legde waterschap Vallei en Veluwe deze zomer voor aan de grondeigenaren in zijn werkgebied. De beste plannen komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van het waterschap, dat daarvoor in totaal 400.000 euro beschikbaar heeft.
“Met deze regeling stimuleren en inspireren we mensen om actief na te denken over droogtebestrijding”, zegt dijkgraaf Tanja Klip-Martin. “Dit levert mooie resultaten op. Een van de aanvragers is bijvoorbeeld een kweker die druppelirrigatie wil toepassen op zijn perceel van 8.000 vierkante meter. Hij graaft druppelslangen in op een diepte van 10 tot 15 centimeter en realiseert zo een grondwaterbesparing van maar liefst 60 procent.”