2024 was samen met 2023 het warmste jaar in Nederland sinds het begin van de metingen in 1901, schrijft het KNMI in het rapport De staat van ons Klimaat 2024. Wereldwijd 2024 werd voor het eerst de 1,5 graden-grens overschreden, maar Nederland warmt nog harder op: in De Bilt was het 2,9 °C warmer dan het gemiddelde over de periode 1901-1930.
Overschrijding van de wereldwijde opwarming met 1,5 graden betekent nog niet dat we de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs al definitief achter ons laten, schrijft het meteorologische instituut. “Dat wordt namelijk bepaald op basis van de langetermijntrend, en die ligt nog wel onder de 1,5 graad wereldwijd.”
Maar met de blik op dit jaar, zegt KNMI-hoofddirecteur Maarten van Aalst: “Mogelijk wordt 2025 het jaar dat de wereldwijde uitstoot gaat dalen, maar vermoedelijk te langzaam om de doelen van Parijs goed in beeld te houden. En dat betekent toenemende uitdagingen.”
Klimaatverandering laat zich al steeds sterker zien, zowel in Nederland als wereldwijd. Van Aalst: “We merken het nu al in ons dagelijks leven. In Nederland was 2024 recordwarm, maar mensen zullen het zich waarschijnlijk vooral herinneren als een nat jaar. Het heeft veel geregend, met extreme pieken. Denk aan de zware regenval in Twente, waar het water kniehoog stond op de snelweg A1. Juist die toenemende weersextremen, die we ook wereldwijd weer zagen in 2024, baren ons zorgen.”
Meerdere feiten
De klimaatverandering hier toont zich in meerdere feiten: voor het tweede jaar op rij was er geen enkele ijsdag in Nederland. Ook het aantal vorstdagen was lager dan ooit. Nachten waren uitzonderlijk warm, met recordhoge minimumtemperaturen. Maar ook: zware neerslag van meer dan 50 millimeter op één dag komt in Nederland steeds vaker voor.
In Caribisch Nederland was het vorig jaar bovengemiddeld warm. De gemiddelde temperaturen lagen op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba op 28,4 °C, en op Aruba, Bonaire en Curaçao op 29,1 °C. In het tropische deel van de Noord-Atlantische Oceaan bereikte de temperatuur recordhoogte.
Op de oceaan kunnen tropische cyclonen vaker naar het noorden afzwaaien en daarmee Europa bereiken, aldus het KNMI. Zo trok de tropische cycloon Kirk in 2024 direct naar Europa. “Door klimaatverandering kunnen orkanen vaker noordelijker komen.”
De wereldwijde zeespiegel stond in 2024 op een recordhoogte. Sinds 1993 is de stijging meer dan verdubbeld. “In totaal is de wereldgemiddelde zeespiegel al met zo’n 21 centimeter gestegen sinds het begin van de vorige eeuw.”
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.