Het waterveiligheidssysteem in Limburg kreeg in juli een stresstest die zijn weerga niet kende. Aanhoudende regenval in het stroomgebied van Rijn en Maas zorgde voor een vloed aan water. Nooit kreeg de Maas zoveel water te verwerken. Maar de rivier kon de recordafvoer aan, met dank aan de Maaswerken. De problemen deden zich voor in de beken in het heuvelland die uitgroeiden tot brute stromen en grote schades aanrichtten. De ramp leidt tot bezinning over het waterveiligheidssysteem.
Tekst Bert Westenbrink
Na de extreme regenval van 13 en 14 juli in de Ardennen steeg de Maas bij Maastricht razendsnel. Bij het meetpunt bij Sint Pieter werd een afvoer van 3.260 m3/s gemeten, stelde Waterschap Limburg vast. “Dat is 500 m3/s meer dan tijdens de watersnood in ‘93 en ’95.” Het zijn cijfers met een kleine slag om de arm, want de precieze afvoeren waren in die jaren lastig te meten en zijn al meerdere keren bijgesteld, schreef Alphons van Winden op zijn site Waterpeilen.
En ook deze zomer kan er niet gerekend worden met precieze getallen, want toen de afvoer op 15 juli in de loop van de avond de 3.000 m3/s passeerde, trad er een storing op in de registratie, signaleerde Van Winden. Uiteindelijk noteerde Rijkswaterstaat om 23:10 uur een debiet van 3.262,5 m3/s, de hoogst gemeten afvoer ooit, want net iets meer dan in 1926 toen er 3.175 m3/s werd gemeten, aldus Van Winden.