secundair logo knw 1

  • Colors: Blue Color

Wereldwijd worden steeds meer stoffen geproduceerd. Een deel van die stoffen komt uiteindelijk in het milieu terecht. Het aantal is te groot om elke stof te monitoren en risico’s te beoordelen. Daarom bestaat de behoefte aan een methode die relatief eenvoudig een zo compleet mogelijk beeld geeft van de aanwezigheid van antropogene stoffen. Vitens, WMD & WLN en KWR hebben een zogenoemde ‘brede’ screeningsmethode met behulp van vloeistofchromatografie-hoge resolutie massaspectrometrie (LC-HR-MS) gebruikt. Bij onderzoek van watermonsters van kwetsbare winningen bleek de methode voldoende gevoelig en effectief te zijn. Bovendien zijn enkele niet eerder bekende stoffen in het grondwater aangetoond.

Inzicht in het drinkwaterdistributienet draagt bij aan een betrouwbare levering van veilig drinkwater. Bovendien leidt het tot betere investeringen in vervangingen en de toekomstige inrichting van het leidingnet. Binnen het bedrijfstakonderzoek (BTO) wordt door KWR en de waterbedrijven in zogeheten ‘living labs’, proeftuinen en proefinstallaties onderzoek gedaan naar distributieprocessen onder praktijkomstandigheden. In dit artikel worden de mogelijkheden van verschillende onderzoeksmethoden besproken. Onderzoek onder gecontroleerde praktijkomstandigheden vergroot het inzicht in complexe distributieprocessen. Een praktijkgerichte omgeving biedt bovendien een nuttige testomgeving voor nieuwe technieken, voorafgaand aan toepassing in de praktijk. Samenwerking tussen waterbedrijven, industrie en kennisinstellingen vergroot de kennis op distributiegebied.

In Engeland probeert de regering nu serieus marktwerking bij drinkwater in te voeren door in 2017 de dienstverlening aan niet-huishoudelijke klanten open te stellen voor commerciële bedrijven en vergunningen om water te mogen onttrekken aan te besteden. Het doel is kostenverlaging. Als dit experiment slaagt, dan kon het wel eens ons voorland zijn. Er is echter een flinke kans dat dit een doodgeboren kindje zal blijken te zijn.

Waternet heeft in samenwerking met Witteveen+Bos de ordening en infrastructuur van gegevens over de hydrobiologie geoptimaliseerd. Het resultaat hiervan is een efficiënter gebruik van de gegevens, kwalitatief betere gegevens en een schat aan toegankelijke informatie. Door deze inspanning verschuift de aandacht van dataverwerking naar de interpretatie van gegevens. Dit artikel beschrijft de optimalisatieslag aan de hand van het datamodel van Waternet, de geautomatiseerde toetsing aan de KRW-maatlatten en de ervaringen met deze toepassing tot nu toe.

Het Drinkwaterbesluit van 2011 stelt een signaleringsnorm voor van 1 µg/L voor niet nader gespecificeerde, zogenaamde ‘overige’ antropogene stoffen. Het Waterlaboratorium heeft een meetstrategie ontwikkeld waarmee drinkwaterbedrijven kunnen bepalen welke antropogene stoffen specifiek voor hen relevant zijn en in het monitoringsprogramma opgenomen dienen te worden. De beoordeling van stoffen gaat hierbij uit van gedrag in het aquatisch milieu, toxiciteit, verwijdering in de specifieke zuivering, imago en te verwachten overschrijdingen. De meetstrategie helpt monitoringsprogramma’s meer risicogestuurd samen te stellen en daarmee te handelen naar het primaire doel van de wet, namelijk het waarborgen van veilig drinkwater.

Veel stoffen die de drinkwaterbedrijven volgens het Drinkwaterbesluit dienen te monitoren worden in de praktijk niet of nauwelijks aangetroffen in drinkwater of -bronnen. Met de meetstrategie van het Waterlaboratorium voor antropogene stoffen is, uitgaande van aanwezigheid in de bronnen, toxiciteit en verwijderbaarheid in de zuivering, beoordeeld in hoeverre de bij name genoemde organische parameters in Tabel II en IIIc van het Drinkwaterbesluit (nog) een risico vormen voor drinkwaterbereiding door Dunea, PWN en Waternet. Of voortzetting van monitoring nuttig is verschilt per stof en per bron en zuivering. Daarnaast zou voor verschillende stofgroepen monitoring via screening of bioassay doelmatiger zijn.

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.