De Europese Commissie heeft voor het eerst de Stedelijke Wateratlas voor Europa gepubliceerd. Hierin wordt een uitgebreid beeld gegeven van het waterbeheer in veertig Europese steden en regio’s. Amsterdam presteert het best.
Dit blijkt uit de City Blueprints die in de atlas zijn opgenomen. Deze blauwdrukken zijn ontwikkeld door de onderzoekers Kees van Leeuwen en Stef Koop van KWR Watercycle Research Institute. Aan de hand van 25 indicatoren kan worden bepaald wat de sterke en zwakke punten van het waterbeheer van een stad zijn en hoe watervoorzieningen duurzamer kunnen worden gemaakt. Dit levert een totaalscore tussen 0 en 10 op: de Blue City Index (BCI).
“Door de City Blueprints kunnen steden op een integrale manier naar hun waterbeheer kijken”, zegt Koop. “Zij kunnen goede praktijken uitwisselen en leren zo van elkaar. Op een vrij simpele manier zie je hoe jouw stad ervoor staat vergeleken met andere steden.” Amsterdam scoort in Europees verband het hoogst met een BCI van 8.3. De atlas vermeldt dat de hoofdstad steeds het voortouw neemt bij het nationale en internationale waterbeheer. “Amsterdam heeft zeer goede investeringsplannen en onderneemt veel in verband met klimaatverandering”, vertelt Koop. “Een erg sterk punt is het terugwinnen van nutriënten en energie uit afvalwater. Dat geldt trouwens ook voor de meeste andere Nederlandse gemeenten in de atlas.”
Koop signaleert dat steden in Nederland, Duitsland en Scandinavië binnen Europa redelijk vooroplopen. “Rotterdam doet het bijvoorbeeld ook erg goed.” Wel zijn er enkele minpunten. Nederlandse stadsbewoners produceren veel afval, maar dat geldt eigenlijk voor alle Europeanen. Ook kost het onze steden grote moeite om extreme regenbuien op te vangen. “Zij zijn hiervoor redelijk kwetsbaar”, zegt Koop. “Amsterdam en Rotterdam zijn relatief gunstige uitzonderingen door regenwaterafkoppeling, waterpleinen en initiatieven als Amsterdam Rainproof.”
Een algemene constatering is dat de watervoetafdruk in Europese steden hoog is. Dat komt vooral door de voedselconsumptie. De watervoetafdruk is voor elke stad berekend. Ook is te zien dat door gezond eten deze afdruk aanzienlijk wordt verminderd. Een nog grotere winst behalen mensen die wel vis maar geen vlees eten en vegetariërs. “Dat is een belangrijke boodschap”, vindt Koop. “Van het watergebruik is 92 procent gerelateerd aan landbouw en voeding.”
De Stedelijke Wateratlas voor Europa richt zich niet alleen op beleidsmakers en deskundigen, maar ook op burgers. “Wij willen met de atlas het waterbewustzijn van mensen vergroten”, aldus Koop. “De kennis over water is op een toegankelijke manier gepresenteerd. Er is bijvoorbeeld aan kinderen gevraagd wat zij zich bij water voorstellen. De kinderen hebben hele illustratieve tekeningen gemaakt die in de atlas zijn gepresenteerd.”
De publicatie heeft nog een ander prominent doel, besluit Koop. “Wij willen er ook aan bijdragen dat water hoger op de agenda van de EU komt te staan. Water wordt de uitdaging van de toekomst. Steden zijn genoodzaakt om op een slimme en circulaire manier water, energie, afval, transport en ICT te combineren om zo echte ‘smart cities’ te worden. Dit moet een speerpunt worden in het Europese Smart Cities programma. Het programma ziet tot op heden alleen energie, transport en ICT als uitdagingen voor de toekomst. Dat past niet bij de uitdagingen waarvoor Europa staat.”
Kijk hier voor meer informatie. De wateratlas kunt u hier downloaden.