De overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 hadden niet of nauwelijks voorkomen kunnen worden, maar mogelijk kan een combinatie van maatregelen de risico’s van toekomstige wateroverlast wel verkleinen. Dat is de voorlopige conclusie na vier casestudies door onderzoeksinstituut Deltares.
In opdracht van Waterschap Limburg en de provincie Limburg voert Deltares een watersysteemevaluatie voor heel Zuid-Limburg uit. Als eerste stap zijn vier locaties geanalyseerd waar afgelopen zomer sprake was van wateroverlast of grootschalige overstromingen: Valkenburg, de Geulmonding, de Roermonding en Eygelshoven.
In het rapport hierover, dat gisteren is gepubliceerd, worden de gebeurtenissen aan de hand van metingen (neerslaghoeveelheden, afvoeren en waterstanden in beken) en modelberekeningen in kaart gebracht. Ook worden mogelijke maatregelen verkend.
De onderzoekers spreken van "extreem veel neerslag". In juli viel in Zuid-Limburg lokaal meer dan 160 mm neerslag in 48 uur, in de Ardennen en de Eifel was dat op sommige plekken zelfs meer dan 250 mm. De zogenaamde herhalingstijd schatten ze voor de Geul op ongeveer vijfhonderd jaar.
Valkenburg
Op alle onderzochte locaties leidden deze neerslaghoeveelheden tot wateroverlast en overstromingen, maar de aard van de overstromingen was verschillend.
Zo kon waren er in Valkenburg grootschalige overstromingen omdat de Geul het water niet goed kon afvoeren en buiten haar oevers trad. Maatregelen als de aanleg van een tunnel, waterkeringen en het vergroten van het doorstroomprofiel van de Geul zijn volgens de onderzoekers lokaal effectief, maar omvangrijk. "Bovendien hebben sommige maatregelen een grote invloed op het centrum van Valkenburg", waarschuwen ze.
Ook bij de Geulmonding (ten westen van Meerssen) stroomde de rivier over, maar hier blijkt dat tegelijk de capaciteit van de sifon onder het Julianakanaal te beperkt was om het water van de Geul af te voeren naar de Maas. Door het hoogwater op de Maas, en mogelijk ook door drijfhout en sediment, nam die capaciteit nog verder af.
Bij de Roermonding was de vraag of waterstanden op de Roer lager zouden zijn geweest wanneer de Roer-overlaat (een bypass), zou zijn ingezet. Modelberekeningen laten zien dat de Roer-overlaat de waterstanden in de Roerdelta met maximaal 20 cm had kunnen verlagen, maar dat dit niet tot minder schade had geleid: de hockeyvelden zouden nog steeds zijn overstroomd.
Combinaties van maatregelen
"Uit de analyse voor de casestudies is gebleken dat het lastig, zo niet onmogelijk is, om overstromingen tijdens een neerslaggebeurtenis zoals in juli 2021 volledig te voorkomen", concluderen de onderzoekers.
In de systeembrede evaluatie willen ze daarom zoeken naar combinaties van maatregelen die de risico’s kunnen verkleinen. "Dat kunnen fysieke ingrepen zijn in het watersysteem, maar ook aanpassingen in de ruimtelijke ordening of verbetering van het waarschuwingssysteem."
Daarbij houden ze ook rekening met het effect op het Limburgse landschap en met het gewenste beschermingsniveau tegen overstroming en wateroverlast.
MEER INFORMATIE
Rapport + analyses wateroverlast Zuid-Limburg