De berichten dat de blauwalg al is aangetroffen in de Klinkenbergerplas (Oegstgeest) zijn onjuist. De bacterie die is gevonden betreft de rode blauwalg, die in koud water en bij veel zonlicht ook in Nederland kan groeien.
Hoogheemraadschap Rijnland trof de rode alg begin april al aan in de plas bij Oegstgeest, alsook in de zogenoemde surfplas bij Reeuwijk.
De Unie van Waterschappen gaf vandaag met een persbericht aanleiding tot de berichten over de blauwalg. De unie meldde met het oog op de start van het zwemseizoen (1 mei) dat in de Klinkenbergerplas de eerste blauwalgsoort al is gesignaleerd.
Dat betrof de rode blauwalg, die vooral voorkomt in bergmeren. En soms in landen als Nederland. Bij concentratie van de bacterie en vorming van drijflagen kleurt het water rood/paars. De bacterie kan evenals de blauwalg gezondheidsklachten veroorzaken bij mensen en dieren. “We raden de mensen dan ook om hun honden niet te laten zwemmen in het water,” zegt woordvoerder Gerbrant Corbee van het hoogheemraadschap.
Het hoogheemraadschap gaat er niet vanuit dat de groei van de rode blauwalg een gevolg is van de proef die in de Klinkenbergerplas wordt gehouden met waterstofperoxide, een project van Arcadis en de Universiteit van Amsterdam, waar het hoogheemraadschap in participeert.
De proef betreft een alternatieve methode om de blauwalg te bestrijden. Door waterstofperoxide in lage concentraties aan het water toe te voegen, zullen blauwalgen afsterven en wordt drijflaagvorming voorkom, zo is het idee. Ook in het Oosterduinse meer in Noordwijkerhout wordt de methode uitgetest, aldus Corbee. “En in de Zoetermeerseplas doen we nog een proef met ultrasoon geluid.”
In de Klinkenbergerplas zijn de proeven met waterstofperoxide vorig jaar gestart, vertelt Corbee. “Toen er mee werd begonnen verdween de blauwalg al op korte termijn, maar later kwam ze toch weer terug.” Dit jaar worden de proeven voortgezet, de vondst van de rode blauwalg heeft daar geen invloed op, aldus Corbee.