Het ging goed maar het had ook echt anders kunnen aflopen. Die conclusie trekken de drie Brabantse waterschappen in een rapport over het hoogwater rondom de jaarwisseling. Zij doen samen met de provincie Noord-Brabant een oproep aan deltacommissaris Co Verdaas: neem de wisselwerking tussen het Nederlandse hoofdwatersysteem en het Brabantse watersysteem mee in de planvorming.
Aanhoudende regen en hoge rivierafvoeren zorgden eind december en begin januari voor een aanzienlijke wateroverlast in heel wat delen van het land. Dat was in Brabant niet anders. De waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel moesten alle zeilen bijzetten, volgens het rapport dat onder de noemer van de Noord-Brabantse Waterschapsbond is gepubliceerd.
Voor het eerst zijn toen diverse waterbergingsgebieden ingezet. Een groot deel van het water is opgevangen in natuurlijke of herstelde beekdelen. De waterschappen hebben verder veel noodoverloopgebieden ingezet, noodpompen geplaatst en nooddijken opgeworpen.
Gelukt om water af te voeren
Het ging goed in Brabant, mede door een gunstige omstandigheid. “Het was extreem nat met hoge waterpeilen in de rivieren en beken die uiteindelijk afwateren op de Maas”, zegt een woordvoerder van Aa en Maas. “Het peil in de Maas was in die tijd relatief laag. Dat heeft ervoor gezorgd dat het water weg kon door de provincie naar de Maas toe en via deze rivier naar de Noordzee.”
Tegelijkertijd wordt in het rapport geconstateerd dat het ook anders had kunnen aflopen, als de Maaswaterstand wel zeer hoog zou zijn geweest of de regenperiode nog langer had geduurd. Dan zou er mogelijk onvoldoende bergingsruimte zijn geweest om al het overtollige water op te vangen. “We hadden dus langer veel meer water gehad met de problemen die daaruit voortvloeien. Helemaal als er ook nog een piekbui zou zijn gevallen.”
Meer ruimte voor water nodig
Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel hebben samen met de provincie Noord-Brabant het rapport aangeboden aan deltacommissaris Co Verdaas. Het hoogwater van de afgelopen winter en ook de recente droge zomers laten volgens hen zien dat het watersysteem kwetsbaar wordt bij extreme weersomstandigheden. Ook dreigt de ernst van wateroverlast toe te nemen.
Er wordt daarom in Brabant gewerkt aan een robuust ruimtegebruik en een robuust watersysteem dat zowel extremen in droogte als hoogwater kan verwerken, wordt gesteld in het rapport. Hiervoor is meer ruimte nodig voor de Brabantse zijrivieren en beken van de Maas, is de gezamenlijke boodschap aan de deltacommissaris.
Het belang daarvan wordt nog vergroot door de klimaatverandering. Bijkomende uitdaging is dat ongeveer een derde van het water in de Brabantse beken komt uit Vlaanderen.
“Er moeten nú maatregelen worden genomen om Brabant voor te bereiden op een zogeheten ‘waterbom’ en grootschalige wateroverlast te voorkomen”, zegt Kees Jan de Vet, dijkgraaf van Brabantse Delta en voorzitter van de Noord-Brabantse Waterschapsbond.
Wisselwerking tussen landelijk en regionaal systeem
De afgelopen jaren is al het nodige gebeurd met de aanleg van waterbergingen en het ruimte geven aan beekdalen op belangrijke strategische plekken, licht de woordvoerder van Aa en Maas toe. “Dat heeft gelukkig gewerkt. Maar er moet meer gebeuren.”
De oproep aan de deltacommissaris is eigenlijk om niet alleen oog te hebben voor de rijkswaterwegen. “Kijk juist ook naar de wisselwerking tussen het regionaal watersysteem in Brabant en het landelijk watersysteem. Houd hiermee rekening in de planvorming en de scenario’s op basis waarvan keuzes worden gemaakt.”