Op de rioolwaterzuivering Leidsche Rijn nemen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en Cellvation vandaag de eerste grootschalige cellulose-installatie van Nederland in gebruik. Cellulosevezels uit toiletpapier worden hier verwerkt tot een nieuwe grondstof voor bijvoorbeeld fietspaden en oeverbeschoeiing.
Geen afvalstoffen meer maar grondstoffen, is het mantra van de waterschappen als het gaat om alles wat de rwzi’s verlaat richting slibverbranding. "Ook rioolwater is een potentiële bron", zegt Eric van der Zandt, business developer circulaire economie bij HDSR. “Hoe kun je grondstoffen terugwinnen en wat kun je er dan mee?”
Een van die grondstoffen is cellulose uit toiletpapier. Volgens het hoogheemraadschap gebruiken we per persoon dagelijks gemiddeld 57 velletjes wc-papier. Dat betekent dat in heel Nederland jaarlijks 180.000 ton papier door het toilet wordt gespoeld.
HDSR heeft zich, samen met enkele andere waterschappen, gecommitteerd om met de grondstof cellulose 'een grote stap te zetten'. De zuivering in de Utrechtse Vinexwijk Leidsche Rijn beschikte al over een zeefinstallatie die onder andere cellulose uit het water filtert, vertelt Van der Zandt. Dat zeefgoed werd afgevoerd om verbrand te worden.
Fietspaden
Nu staat op het terrein ook een cellulose-installatie van het bedrijf Cellvation, die de cellulosevezels opwerkt tot de grondstof Recell. Die kan worden gebruikt in de wegenbouw, voor bio-based chemicalien of bio-bouwmaterialen.
"Een boom bestaat voor ongeveer de helft uit cellulose", vertelt directeur Erik Pijlman van Cellvation. "Dat wordt in de papierindustrie verwerkt en vervolgens gerecycled of als afval afgevoerd. Voor ons is het de uitdaging om uit die afvalstroom weer een product te maken dat voldoet aan de criteria van de markt."
Op kleinere schaal heeft Cellvation daar al succes mee geboekt. Zo zijn op meerdere plaatsen in Nederland fietspaden aangelegd met teruggewonnen cellulose. De installatie in de Leidsche Rijn is een primeur omdat het hier om continue productie gaat, stelt Pijlman. "Jaarlijks komt er 700 ton uit. Daarmee verwachten we de totale CO2-uitstoot met 1.400 ton te verminderen."
Klanten nodig
En minstens zo belangrijk: er zijn goede samenwerkingsafspraken gemaakt. Pijlman: "Dat wordt vaak onderschat, maar je hebt wel klanten nodig om dit mogelijk te maken. HDSR is een logische en passende klant en de politieke wil was groot."
Dat beaamt Van der Zandt. "Er is altijd wel een reden te verzinnen om het niet te doen. Maar wij hebben gezegd: we gaan dit gewoon doen, want we willen dit. In plaats van afvalstoffen laten we nu grondstoffen de poort uit rijden. En het kan ook uit, de investering verdient zichzelf terug."
Op de rwzi Leidsche Rijn was de fijnzeef al wel aanwezig, maar voor het drogen, het zuiveren en het vermarkten van de cellulosevezels heeft het hoogheemraadschap Cellvation toch echt nodig. "Dat is een tak van sport waar wij geen verstand van hebben", aldus de business developer.
Oeverbeschoeiing
De eerste grote afnemer is KWS Infra, die de cellulose als functioneel additief voor asfalt in fietspaden gaat gebruiken. Andere mogelijke toepassingen zijn hekken, gevelbekleding en oeverbeschoeiing.
Met die laatste optie zijn HDSR en Cellvation al druk bezig. Van der Zandt: "Wij vervangen kilometers per jaar, wie weet kunnen we daar straks onze eigen cellulose voor gebruiken."