In een vandaag verschenen advies is de commissie m.e.r. kritisch over het milieueffectrapport bij de Structuurvisie Ondergrond. De risico's van de mijnbouw worden laag ingeschat, er is onvoldoende sturing op nationale milieudoelen en belangrijke vragen blijven onbeantwoord.
De Structuurvisie Ondergrond (Strong) van de ministeries van Economische Zaken en van Infrastructuur & Milieu legt het beheer van nationale belangen in de ondergrond vast. Het concludeert dat de verschillende ondergrondse activiteiten als drinkwatervoorziening en mijnbouwactiviteiten zoals olie- en gaswinning, gebruik van aardwarmte en opslag in de ondergrond naast elkaar kunnen bestaan.
Veronica ten Holder - directeur van de commissie m.e.r. - geeft aan dat er behoefte is aan sturing op landelijk niveau om de nationale doelen te halen op het gebied van energietransitie, waterbeleid en natuurbescherming. "Het milieueffectrapport bij Strong kan daarvoor de basis leggen door ondergrondse activiteiten in bepaalde gebieden uit te sluiten of voorrang te bieden. In het huidige voorstel maakt iedere provincie zijn eigen keuzes. Dat heeft waarschijnlijk een voor het milieu suboptimaal resultaat."
De commissie m.e.r. vindt dat het milieueffectrapport de risico's van mijnbouw laag inschat. "Dat is opvallend en eerlijk gezegd niet in alle gevallen even aannemelijk. Er blijven ook belangrijke vragen onbeantwoord, bijvoorbeeld over de manier om zoutcavernes te stabiliseren en zo veilig afvalstoffen op te slaan. Ook komt niet aan de orde of er in de provincies überhaupt wel voldoende ruimte is om én maximaal drinkwater te beschermen én tegelijkertijd voldoende bij te dragen aan de energietransitie via warmtewinning uit de bodem en CO2-opslag."
De verantwoordelijke ministeries hebben toegezegd het milieueffectrapport aan te passen en in het voorjaar met een definitieve versie te komen. Daar zal de commissie m.e.r. zich opnieuw zal buigen. "Wij zijn onafhankelijk en hebben slechts een adviserende rol. Het is dus afwachten waar de ministeries precies mee komen. Vervolgens is het uiteindelijk aan het parlement om een beslissing te nemen. We hopen in elk geval dat de vragen die we hebben gesteld een rol zullen gaan spelen in de publieke discussie over gebruik van onze ondergrond."
het volledige advies van de commissie m.e.r. leest u hier