Onderzoekers van de TU Delft hebben een drone ontwikkeld die zelfstandig watermonsters kan nemen, die direct worden geanalyseerd in een flowcytometer. De ‘Pelikaandrone’ is gisteren getest in het nieuwe natuurgebied Marker Wadden.
Daar is ook een permanente cytometer aanwezig, zodat de data van de drone hiermee vergeleken kunnen worden, vertelt projectmanager Bart Remes van het Micro Air Vehicle Lab (MAVLab) van de TU Delft.
Het MAVLab is initiatiefnemer van het Pelikaandrone-project samen met Rijkswaterstaat en CytoBuoy, het bedrijf dat de flowcytometer ontwikkelde. Daarmee kunnen microscopisch kleine deeltjes in stromend water worden herkend.
Doel is vergaande automatisering van de watermonitoring. In een waterrijk land als Nederland is dat een zeer arbeidsintensieve en dus kostbare opgave, aldus de TU Delft. Watermonsters worden nu nog handmatig vanaf de wal of vanaf een vaartuig genomen en naar het laboratorium gestuurd voor microscopisch onderzoek.
Het transport van een monster naar het laboratorium kan de kwaliteit van het monster ook negatief beïnvloeden. Daarnaast is het wenselijk om zonder veel extra kosten vaker te kunnen meten, omdat de waterkwaliteit snel kan veranderen.
Autonoom
De Pelikaandrone uit Delft heeft een camera waarmee hij het wateroppervlak scant op interessante ‘hotspots’. Vervolgens landt het vliegtuigje op deze locaties om een aantal monsters te nemen. ''Dat gebeurt volledig autonoom’’, aldus Remes.
Na terugkeer van de drone bij de pick-up truck worden de monsters direct geanalyseerd in een CytoSense, een flowcytometer die binnen enkele minuten tienduizenden algen en andere micro-organismen scant en fotografeert. De gegevens worden automatisch verwerkt en naar een online portaal ge-upload. De drone laadt zichzelf op in een laadstation.
De Delftse drone kan nu nog alleen monsters aan de oppervlakte nemen, maar het is de bedoeling hij op termijn ook onder water duikt, vertelt Remes. ''Vandaar dat we hem de Pelikaandrone hebben genoemd.’’
Blauwalg
Voor de Nederlandse waterschappen is de uitvinding volgens hem interessant om zwemwater op blauwalg te kunnen testen. Maar ook bacteriën, het zoutgehalte en de stroming van slib kunnen snel en relatief goedkoop worden onderzocht. Ook internationaal verwacht de projectmanager veel belangstelling.
Wanneer en hoe de Pelikaandrone op de markt gebracht wordt, kan hij nog niet zeggen. ''Dat hangt ook af van hoe het onderzoek verloopt.’’
Afgelopen zomer zijn verscheidene vluchten uitgevoerd in een kleine recreatieplas nabij Leiden. De Marker Wadden zullen vaker gebruikt worden voor praktijkproeven. Dit nieuw aangelegde natuurgebied is een zogenaamd ‘Living Lab’, waar onderzoekers van het Kennis en Innovatieprogramma Marker Wadden (KIMA) de natuurontwikkeling nauwgezet volgen. Voor de TU Delft is dit ook een ideale omgeving om de nieuwe technologie van de Pelikaandrone te ontwikkelen.
MEER INFORMATIE
Filmpje over de Pelikaandrone
Website MAVLab TU Delft
Website CytoBuoy
Website KIMA