Stel dat de extreem zware neerslag die in juli 2021 boven Zuid-Limburg, België en Duitsland viel elders in Nederland terecht was gekomen, wat zouden dan de gevolgen zijn geweest? Over die vraag bogen onderzoekers van Deltares zich in een driedaagse hackathon. Hun conclusie: we kunnen ons daar maar beter snel op voorbereiden.
"Bij zulke grootschalige en extreme neerslaggebeurtenissen is wateroverlast niet te voorkomen", zegt Karin de Bruijn, overstromingsexpert bij Deltares en een van de onderzoekers. "Wel kan Nederland er door een veerkrachtiger inrichting en een betere voorbereiding voor zorgen dat de overlast niet uitloopt op een ramp."
Een ‘waterbom’ boven de Ardennen, de Eifel en Zuid-Limburg zorgde afgelopen zomer voor grote wateroverlast en overstromingen en veel schade. In onze buurlanden waren de gevolgen helemaal desastreus, met zeker 220 dodelijke slachtoffers, verwoeste dorpen en langdurige uitval van essentiële voorzieningen als elektriciteit en transport.
Volgens De Bruijn en haar collega’s van Deltares was deze grote hoeveelheid neerslag weliswaar uitzonderlijk, maar is die zeker weer mogelijk, ook op andere plaatsen in Nederland. Daarom organiseerden ze in november een hackathon, waar ze de meteorologische situatie van juli 2021 naar het noorden verschoven en boven verschillende delen van Nederland legden om de gevolgen te kunnen onderzoeken.
Overijsselse Vecht
Een gebied zo groot als de helft van Nederland zal in dat geval te maken krijgen met meer dan 110 millimeter regen in 48 uur, zo berekenden ze. Dit zal grootschalige wateroverlast veroorzaken, die meer dan een week kan aanhouden en waarbij de schade kan oplopen tot meer dan een miljard euro. Plaatselijk zou dit tot doorbraken van regionale of zelfs primaire waterkeringen kunnen leiden, bijvoorbeeld langs de Overijsselse Vecht.
In de polder-boezemsystemen in laag Nederland zal water op het maaiveld blijven staan en zullen boezemkades, gemalen en stuwen tot het uiterste belast worden. Oogsten zullen verloren gaan, water kan gebouwen binnendringen, weggedeeltes kunnen onderlopen en lokaal kan de elektriciteit uitvallen.
"Tot nu toe wordt vooral gekeken of we aan de huidige normen voor waterveiligheid voldoen", zegt De Bruijn. "Maar dat is niet meer voldoende. Klimaatverandering is hier en nu. Daarom moeten we ons nu al voorbereiden op meer extreem weer."
Aanbevelingen
De onderzoekers eindigen hun rapport met zeven aanbevelingen, die inmiddels zijn gedeeld met de Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit zijn onder andere: ontwikkel stresstesten op bovenregionale schaal, verbeter voorspellings- en monitoringssystemen voor tijdige, adequate informatie en beperk de gevolgen van extreme, grootschalige neerslag via ruimtelijk beleid.
De Bruijn: "Denk bijvoorbeeld aan die miljoen huizen die gebouwd gaan worden. Als je toch iets doet, doe het dan goed."
Zelf gebruikt Deltares de bevindingen om de eigen onderzoeksvragen aan te scherpen. "We gaan kijken hoe je zo’n bovenregionale stresstest kunt opzetten en we gaan onze voorspellingsmodellen verbeteren."
MEER INFORMATIE
Rapport Hackathon Deltares
H2O redactioneel: Dé les van 2021: extremer dan extreem