Ondanks de neerslag van de afgelopen weken is er nog steeds sprake van een neerslagtekort. Bij acht waterschappen in Oost- en Zuid-Nederland gelden daarom nog altijd beregeningsverboden voor grond- of oppervlaktewater.
Ook Rijkswaterstaat houdt een aantal maatregelen in stand die de gevolgen van de droogte moeten beperken. Dat meldt de Landelijke Commissie Waterverdeling (LCW) vandaag in de nieuwste Droogtemonitor. De vraag naar water door onder andere de landbouw ligt hoger dan normaal voor deze tijd van het jaar.
Het gemiddelde neerslagtekort in Nederland is licht afgenomen van circa 300 mm twee weken geleden tot 286 mm nu. Hierbij zijn er grote regionale verschillen. Vooral in het westen van Nederland heeft het veel geregend. Maandag en dinsdag, de eerste dagen van oktober, wordt een beperkte hoeveelheid neerslag in het zuiden verwacht. Daarna volgt waarschijnlijk weer een droge periode.
De grondwaterstanden zijn aanhoudend zeer laag. Recente waarnemingen laten weliswaar een lichte stijging zien, maar de LCW verwacht dat herstel nog maanden zal duren. Verschillende waterschappen houden hun waterpeil hoger dan gebruikelijk voor deze tijd van het jaar.
Achterwaartse verzilting
De afvoer van de Rijn en Maas is aanhoudend laag en dat blijft de komende twee weken ook zo. Door de lage waterstanden op de rivieren blijven er beperkingen voor de scheepvaart.
De verziltingsproblematiek in de kustregio’s is stabiel. De beschikbare watervoorraden in het IJsselmeergebied worden ingezet om de verzilting van het IJsselmeer tegen te gaan. De inzet van de kleinschalige wateraanvoer voor West-Nederland (KWA) is beëindigd.
Vanwege een verhoogde zeewaterstand door harde wind was er afgelopen week sprake van achterwaartse verzilting. Op het Spui ter hoogte van de inlaat bij Bernisse werd een verhoogd chloridegehalte gemeten. Omdat dit maar kort duurde, heeft het de watervoorziening niet in de problemen gebracht.
Grasmat
De watertemperatuur van de grote rivieren is rond 17 graden Celsius. Dit is een aantal graden lager dan twee weken geleden en normaal voor de tijd van het jaar. Hoewel de waterkwaliteit een langzame verbetering laat zien, is deze op veel locaties nog onvoldoende. Er wordt nog steeds melding gemaakt van botulisme en blauwalg.
Een aantal waterschappen is bezig met de inspectie van droogtegevoelige keringen. Daarbij wordt ook bekeken of de grasmat zich voldoende herstelt. Bij de zanddijken langs de Overijsselse Vecht was dat niet overal het geval, reden waarom Waterschap Drents Overijsselse Delta bepaalde plekken aan het ‘doorzaaien’ is met een mengsel van zaden die goed tegen de droogte kunnen.
Over twee weken brengt de LCW een nieuwe monitor uit.