secundair logo knw 1

Klein zeegras I foto: Bas Kers / Flickr

De inspanningen om zeegras terug te laten keren in de Waddenzee zijn nog geen doorslaggevend succes. Zo wordt de groei van de plant belemmerd door de aanwezigheid van ammoniak, cadmium en zwevende stof. Ook is de hydrodynamiek zeer bepalend voor waar zeegras zich goed kan ontwikkelen.

Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Wageningen Marine Research (WMR). Opdrachtgever is Rijkswaterstaat, die als natuurbeheerder van de Waddenzee verantwoordelijk is voor het herstel van het zeegras. De plant kwam vroeger op veel plekken in de Waddenzee voor, maar verdween bijna volledig als gevolg van ziekten in de jaren dertig en eutrofiëring in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

Inmiddels is zeegras bezig aan een comeback, maar hard gaat het nog niet in het Nederlandse deel van de Waddenzee. Het huidige oppervlak van de zeegrasvelden is ongeveer 3 vierkante kilometer, terwijl zo’n 130 vierkante kilometer geschikt lijkt te zijn. Er komen twee soorten voor: klein zeegras (Zostera noltii) en groot zeegras (Zostera marina). De plant is onder andere belangrijk als voer voor vogels en als verblijfplaats voor jonge vissen.

Kwaliteit van water belangrijk
Het onderzoek bevestigt eerdere bevindingen en aannames en levert een aantal nieuwe inzichten op. Hoe goed zeegrijs gedijt, hangt samen met de kwaliteit van water en sediment. De groei van zeegras kan worden belemmerd door hoge concentraties van ammoniak en cadmium (vooral in het Balgzand-gebied) en van zwevende deeltjes (vooral in het Eems-estuarium).

De onderzoekers van NIOZ en WMR constateren dat de waterbeweging waarschijnlijk zeer bepalend is voor waar zeegras voorkomt in de Waddenzee. Sterke getijstromen die de zeebodem eroderen, kunnen een negatief effect hebben. Ook kan de bodem worden omgewoeld door stromingen en golven die door de wind worden gedreven. Dat verstoort het leven van de plant. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat het kwelderbeheer langs de Gronings kust waarbij de golfwerking wordt geremd door rijshoutendammen, positief uitwerkt op het zeegrasherstel.

Bescherming meest kwetsbare levensfase
De onderzoekers komen met een aantal aanbevelingen aan Rijkswaterstaat om het beheer van zeegras te verbeteren. De huidige zeegrasvelden kunnen het beste worden beschermd door maatregelen te richten op de meest kwetsbare levensfase. Dring ook verstorende menselijke activiteiten terug, zoals bodemberoering en concentraties van giftige stoffen in de bodem en het water. Verder zijn er nog enkele adviezen over modellering en monitoring.

 

MEER INFORMATIE
RWS over onderzoeksresultaten
Rapport van onderzoek
H2O Actueel: proef met zeegras

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

De aarde regelt haar zaken zelf daar hebben we als mensen geen enkele invloed op ze is er al miljarden jaren en we meten pas 120 jaar onze invloed dus…
Als de twee probleemkelders zijn afgesloten dan lopen we toch geen risico meer? Of zijn de verkeerde kelders per ongeluk afgesloten?
De waterschappen blijven achter bij de hoeveelheden neerslag die de komende jaren op ons afkomen. Dijkverhoging zal geen uitweg bieden in de ontstane situatie en zelfs gevaarlijk. Geef water zelf de ruimte in de huidige tijd en ga het gesprek aan met de landbouw of laat de landbouw zelf beslissen in kritieke regio's. Neerslaghoeveelheden van boven de 100 mm in een etmaal is geen uitzondering in deze tijd fase.
De SER redeneert blijkbaar met als uitgangspunt dat de intensieve landbouw in Nederland moet blijven bestaan. Jammer dat niet uitgegaan is van een algemener principe, want grote kans dat dit conservatieve uitgangspunt er nu juist voor zorgt dat de ontwikkeling van Nederland zich minder ontwikkeld. 
Wat een interessante en belangrijke studie over het meten van genotoxiciteit in drinkwater! Het gebruik van bioassays zoals de Ames fluctuation test en de p53-CALUX lijkt een veelbelovende aanpak om de aanwezigheid van schadelijke stoffen in ons drinkwater te monitoren. Gezien de rol van oppervlaktewater in onze drinkwatervoorziening, is het cruciaal om ervoor te zorgen dat ons water vrij is van genotoxische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Het benadrukken van de noodzaak voor verdere research en het koppelen van bioassayresultaten aan chemische analyses is essentieel voor het waarborgen van veilige drinkwatervoorziening. Dit onderwerp vraagt om meer aandacht en ik kijk uit naar toekomstige updates over de voortgang van dit onderzoek!