Na ruim 100 dagen in ambt als dijkgraaf van Waterschap Limburg publiceerde Saskia Borgers het essay ‘Orde van de dag’. In dit essay roept ze stakeholders als provincie, gemeenten en agrariërs op om meer rekening te houden met water. Ze wil dat het waterschap de stem van het water wordt.
“Ik ben in de eerste 100 dagen als dijkgraaf overal in het waterschap op sleeptouw genomen door talloze mensen binnen en buiten de organisatie”, vertelt Borgers. “Dankzij de vele gesprekken die ik heb mogen voeren, heb ik een goed beeld gekregen van de uitdagingen die er zijn als het gaat om de ruimtelijke inrichting van Limburg en zeker ook van de rol die we daar als waterschap in kunnen spelen.”
Borgers’ essay over gaat. Ze stelt vast dat het waterbeheer in Nederland op een nieuwe leest moet worden geschoeid. “Het was altijd heel simpel: water moest zo snel mogelijk worden afgevoerd en het waterschap had daarvoor te zorgen. Nu wateroverlast en droogte elkaar afwisselen is er een veel grillerige situatie ontstaan. Dat vraagt een nieuwe bestuurlijke rolverdeling.” En dat is ook in de kern waar
Daar kan volgens Borgers sinds de wateroverlast van 2021 geen twijfel over bestaan. “Geen enkel ander waterschap is in 2021 geconfronteerd met wateroverlast op deze schaal en in deze mate. Sowieso heeft Limburg, en daarmee ook ons waterschap, te maken met een bijzondere, langgerekte geografische ligging en daarmee ook afwisselende uitdagingen.”
Borgers wil dat het belang van het water veel meer meegewogen wordt in beleidsbeslissingen. “Daarbij denk ik overigens niet alleen aan waterveiligheid, maar zeker ook aan waterkwaliteit en water als bron van recreatie. Water is aan de orde van de dag. We kunnen de rol van het water gewoon niet meer negeren. Dat geldt overal in de provincie, of het nu in de steden is, in het ommeland of voor gebruik in de landbouw.”
Juist de bestuurlijke reactie op de crisis van 2021 maakte Borgers alert. Volgens de dijkgraaf wordt er te makkelijk naar het waterschap gekeken voor fysieke oplossingen om voor waterveiligheid te zorgen. “Er kwam een zak geld voor het waterschap en de provincie om dijken op te hogen, maar daarmee alleen lossen we onze problemen niet op, of beter gezegd: daarmee voorkomen we onze problemen niet.”
Preventie
Borgers wil dat er meer wordt ingezet op preventie en doelt daarmee op een andere ruimtelijke inrichting. “We kunnen wel allemaal iets roepen over klimaatverandering als grote schuldige, maar we moeten ook kijken naar de manier waarop we ons landschap, de stedelijke ruimte en ons watersysteem inrichten en wat dat betekent op het moment dat er veel regen valt zoals in 2021 of de afgelopen tijd.”
Met haar essay wil Borgers daarom een dialoog starten met stakeholders als provincie, gemeenten, agrariërs, terreinbeheerders en de eigen waterschapsmedewerkers over de manier waarop de provincie kan worden ingericht en de rol die het waterschap daarbij zou kunnen spelen.
“Het waterschap is niet de brandweer, die je op het moment van een crisis kunt inschakelen”, zegt Borgers. “Wij hebben een schat aan kennis en ervaring in huis. Toch wordt er op dit moment in de ruimtelijke ordening en op bestuurlijk niveau te weinig gebruik gemaakt van onze kracht en kunde.”
Daarbij ziet de dijkgraaf vooral een rol voor het waterschap als waterautoriteit en ‘critical friend’. “Er bestaat op dit moment niet zoiets als een bindend wateradvies in de ruimtelijke ordening. En als we maatregelen nemen, moeten we kijken waar die het meeste effect hebben. Want we kunnen niet tot in lengte van jaren waterbuffers aanleggen en dijken verhogen.” We zullen onze middelen inzetten voor de waterveiligheid voor en in het hele watersysteem.
Overkoepelend wil Borgers samenwerken met de andere overheden aan een integrale visie op ruimtelijke inrichting en waterbeheer. “En soms zullen we een streep in het zand moeten zetten. Dat willen we zelfbewust doen, als stem van het water aan de beleidstafels.”