Nederland is al geruime tijd een voorloper in het milieubeleid, vindt de Europese Commissie. Maar er zijn ook enkele belangrijke uitdagingen, waaronder het verbeteren van de waterkwaliteit.
De Europese Commissie evalueert elke twee jaar de uitvoering van het milieubeleid in de 28 EU-lidstaten. Deze week werden voor het eerst landenrapporten gepubliceerd. De commissie noemt Nederland toonaangevend in de uitvoering van het milieubeleid. Dat wordt ondersteund door innovatief bestuur op verschillende niveaus. De commissie wijst onder meer op het afsluiten van ‘green deals’ en de ambitieuze en succesvolle benadering van duurzaam inkopen.
Tegelijkertijd constateert de Europese Commissie enkele grote knelpunten. Het is noodzakelijk om de kwaliteit van lucht en water te verbeteren. Ook moet Nederland zich meer inspannen voor de bescherming en het beheer van de natuur. Wat betreft de waterkwaliteit zijn er vooral zorgen om de concentratie van nutriënten in het oppervlaktewater. Door overbemesting bevat ongeveer de helft van de rivieren, sloten en meren een te hoog gehalte aan stikstof en fosfaat.
Voor ons land geldt een Europees fosfaatplafond van 172,9 miljoen kilo. Deze grens is overschreden door de recente groei van de veeteelt. De commissie erkent weliswaar dat de kwaliteit van het oppervlaktewater zowel chemisch als ecologisch beduidend beter is geworden, maar 99 procent van de waterlichamen staat nog steeds onder aanzienlijke druk. Daarbij speelt diffuse verontreiniging uit agrarische bronnen de grootste rol.
Vanwege haar extra bezorgdheid heeft de Europese Commissie een onderzoek geopend naar het halen van de doelen voor waterkwaliteit. Nederland moet maatregelenprogramma’s opstellen om, zoals de commissie het uitdrukt, de uitvoeringskloof te dichten. Nodig zijn vooral effectieve maatregelen voor nutriëntenverontreiniging en stofspecifieke maatregelen voor chemische verontreinigingen. Nederland moet ook doorgaan met het beperken van het aantal vrijstellingen.
De commissie is verder positief over de uitvoering van het waterbeleid. Nederland scoort zeer goed bij het naleven van de EU-regels voor drinkwaterkwaliteit en de behandeling van stedelijk afvalwater. In vergelijking met andere lidstaten wordt erg veel geïnvesteerd in de infrastructuur voor afvalwater: ongeveer 1,3 miljard euro per jaar.
Ook bij zwemwater zijn geen speciale uitvoeringsproblemen; driekwart van de zwemwateren is zelfs van uitstekende kwaliteit. De commissie betitelt het waterbeheer als over het algemeen goed. In de vier stroomgebieddistricten zijn alle elf richtlijnen uitgevoerd.
Lees het rapport over Nederland en de samenvatting in een factsheet. De 28 landenrapporten zijn hier te vinden.