Het Expertise Netwerk Waterveiligheid is zeer kritisch op het Ontwerp Programma Integraal Riviermanagement dat recent door ministers Harbers naar de Tweede Kamer is gestuurd. In een uitgebracht advies levert het kennisnetwerk op fundamentele punten kritiek op het door het door het kabinet vastgestelde plan voor een toekomstbestendig rivierengebied.
Het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) is een onafhankelijk adviesorgaan van specialisten in waterveiligheid die gevraagd en ongevraagd adviseert aan overheidsorganisaties met een verantwoordelijkheid voor waterveiligheid.
“De probleemanalyse van IRM is weinig concreet en er wordt te snel doorgeschakeld naar oplossingen waarbij al impliciete keuzes lijken te zijn gemaakt”, stelt ENW. De waterveiligheidsexperts van ENW zien ‘een aantal tekortkomingen’ in de probleemanalyse van IRM, en de stappen in het IRM-proces.
ENW onderschrijft het belang van een toekomstgerichte aanpak van het riviersysteem, omdat er diverse problemen spelen. Zoals een scheeftrekkende afvoerverdeling tussen Waal, Neder-Rijn en IJssel, knelpunten voor de scheepvaart, verdroging van de riviernatuur, lage waterstanden in de zomer en zoetwaterbeschikbaarheid.
Het IRM-programma zet met name in op het stoppen van de bodemerosie door het aanvullen van zand in de grote rivieren. Ook kondigt IRM een onderzoek aan naar verandering van de afvoerverdeling van het inkomende Rijnwater in ons land.
Maakbaarheid
Volgens ENW overschat het IRM-programma de maakbaarheid van het riviersysteem. “Het is onzeker of wij erin slagen het riviersysteem vorm te geven en te laten functioneren zoals wij dat wensen. Met name bij het stoppen van de bodemerosie en de beïnvloeding van de afvoerverdeling bij de splitsingspunten lijkt hier onvoldoende rekening mee te worden gehouden. De ontwikkeling van de bodem in het riviersysteem in de toekomst kent een grote mate van onzekerheid door een onvolledig begrip van rivierprocessen, tekortkomingen in de modellering en het feit dat we te maken hebben met een splitsingspuntensysteem dat een eigen dynamiek kent met meerdere evenwichtssituaties. Het is mogelijk dat maatregelen het beoogde effect bewerkstelligen, maar het is ook mogelijk dat maatregelen een ander effect hebben of zelfs een effect dat tegengesteld is aan het beoogde effect”, schrijft ENW in een advies aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Rivierfuncties
Het adviesorgaan stelt dat beleidskeuzes in het IRM-programma onvoldoende onderbouwd zijn “vanuit een beschouwing van hoe de eisen aan rivierfuncties tot aan 2050 kunnen meebuigen, om ruimte te blijven scheppen voor alle rivierfuncties.”
ENW vindt dat het IRM-programma onvoldoende ‘reflecteert op de haalbaarheid van het blijven faciliteren van alle functies van de rivier’. De functies van de rivier zijn waterveiligheid, scheepvaart, drinkwaterwinning, natuur en recreatie.
”Aangezien het accommoderen van alle rivierfuncties grenzen kent, zeker richting het jaar 2100, zullen de vragen of eisen vanuit de rivierfuncties naar alle waarschijnlijkheid ook moeten worden aangepast. Voorbeelden van dergelijke aanpassingen zijn: het beperken van de maximale afmetingen (diepgang) van schepen, het aanpassen van de gewenste natuur langs de rivier en het verdiepen van rivierkruisende kabels en leidingen.”
Ook wijst ENW op de gevolgen van de landbouwtransitie, waardoor veranderd gebruik van de uiterwaarden kansen biedt voor nieuw beleid.