secundair logo knw 1

Wateroverlast in Valkenburg

Extreme regenval zoals nu in de stroomgebieden van Maas en Rijn is een gevolg van warmere lucht die meer vocht vasthoudt en het verschijnsel dat regenbuien zich trager verplaatsen, waardoor er lokaal meer water valt. Zware aanhoudende regen zal als gevolg van de opwarming van de aarde naar verwachting vaker voorkomen op het Europese vasteland.

Dit staat in een in juni gepubliceerd Brits onderzoek, waar het KNMI naar verwijst in een toelichting op de huidige extreme regenval in Limburg en omliggende regio’s. Er zijn aanwijzingen dat lagedrukgebieden door de klimaatverandering minder snel van plaats veranderen, schrijft het KNMI. Door deze tragere beweging neemt de neerslaghoeveelheid plaatselijk toe. 

Dit soort extreme weersituaties kwamen vroeger ook voor, aldus het weerinstituut. “Het is niet zomaar vast te stellen of ze zonder klimaatverandering minder waren geweest. Maar de kans op dit soort extreme regenval neemt door klimaatverandering wel toe.”

14 keer vaker
Momenteel zijn bijna-stationaire intense regenbuien ongebruikelijk in Europa en komen ze zelden voor in gebieden boven de Middellandse Zee, schrijven de Britse onderzoekers. “Maar in de toekomst zullen ze naar verwachting over het hele continent voorkomen, ook in het noorden.”

De belangrijkste reden hiervoor lijkt een kleiner temperatuurverschil tussen de polen en de tropen te zijn, schrijven de onderzoekers. Daardoor worden stromingen op hogere niveaus zwakker. "Door deze tragere straalstroombeweging neemt de neerslaghoeveelheid plaatselijk toe, waardoor het risico op overstromingen in heel Europa groter wordt dan eerder werd verwacht. (…) Onze resultaten suggereren dat zulke traag bewegende fronten tegen het einde van de eeuw 14 keer vaker zouden kunnen voorkomen op het Europese vasteland."

Hardnekkig lagedrukgebied
De wateroverlast in Zuid-Limburg en Midden-Europa heeft te maken met een hardnekkig lagedrukgebied, dat vanaf maandag voor veel regenval zorgde. Het lagedrukgebied kon nergens heen, doordat boven Zuid-Scandinavië vooral op hoogte een blokkerende gordel van hoge druk ligt, schrijft het KNMI.

"Ook de lucht die rond het lagedrukgebied tolt, is al sinds maandag boven Centraal-Europa aanwezig. Deze lucht wordt telkens weer voorzien van nieuw vocht door verdamping boven de natte bodems in Centraal-Europa, waarna het vocht weer in de vorm van neerslag in onder andere Zuid-Limburg gedumpt wordt. De bodems in het midden van Europa waren al nat doordat de eerste helft van juli regenachtig verliep."

Piek
Voor nu lijkt de situatie ten goede gekeerd, er wordt niet veel regen meer verwacht in het stroomgebied van de Maas. Donderdagavond om 23:00 uur heeft de Maas bij Sint Pieter zijn piek bereikt met een waterstand van 3.260 m3/s (48,10 m+NAP). Dit is de hoogste afvoer sinds het begin van de metingen in 1911, schrijft Rijkswaterstaat. “De piek van de hoogwatergolf komt zaterdagmiddag bij Roermond. Maandagochtend verlaat de piek van de golf Limburg.”

De afvoer vanuit Frankrijk stijgt nog licht. De Sambre in het westen van het stroomgebied heeft bijna zijn top bereikt. De overige zijrivieren in Wallonië, waar de grootste aanvoer vandaan kwam, zijn dalend. Dit betreft onder andere de Lesse, Ourthe, Amblève en Vesdre. 

Afvoer Waal Waterafvoer Maas | Overzicht Rijkswaterstaat

Rijn
Rijkswaterstaat verwacht zondag een waterstand van 14,45m +NAP bij Lobith. De verwachte afvoertop van rond 7.000 m3/s ligt hoger dan de maximale afvoerpiek van 1980 (6,452 m3/s). Na maandag zal de waterstand in de Rijn dalen, verwacht de dienst. 

Het lagedrukgebied dat de afgelopen dagen voor enorme neerslaghoeveelheden zorgde in het Rijnstroomgebied, ligt nu boven het zuiden van Duitsland. In het weekend verliest deze zijn invloed op het midden en noorden van het Rijnstroomgebied. Aan de noordrand van de Alpen valt nog wel neerslag van betekenis, gemiddeld 10-30 mm, schrijft RWS.

Afvoer Rijn Waterafvoer Rijn | Overzicht Rijkswaterstaat

Veel problemen
Ondertussen blijft de wateroverlast voor veel problemen zorgen. Zo is in Meerssen de dijk bij het Julianakanaal doorgebroken. Bewoners van Bunde, Voulwames, Brommelen en Geulle moeten veiligheid zoeken op hogere verdiepingen. Voor evacueren is het nu te laat, meldt de veiligheidsregio. Door de dijkdoorbraak komt dit gebied onder water te staan.

In België zijn tot nu toe 23 doden gevallen door de overstromingen, meldt de gouverneur van de provincie Luik. In Duitsland zijn in totaal 103 mensen omgekomen.

Het kabinet verklaarde na crisisberaad de overstromingen in Limburg officieel tot ramp. Het betekent dat het kabinet de Wet tegemoetkoming bij schade in werking stelt. Daardoor wordt het voor getroffen inwoners en bedrijven mogelijk een schadevergoeding te krijgen, ook als de verzekering niets uitkeert.

Deltacommissaris Peter Glas, die vorig maand in een advies nog stelde dat de waterveiligheidsnormen voor Limburg niet verlaagd moeten worden, greep het kabinetsbesluit aan om te pleiten voor klimaatbestendig herstel van de schade.

 

Schermafbeelding 2021 07 16 om 07.27.27

 

MEER INFORMATIE
Onderzoek intense regenbuien
H2O Actueel: Deltacommissaris adviseert vast te houden aan normen voor waterveiligheid in Limburg

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.