In de afgelopen 35 jaar is de productiviteit in de drinkwatersector bijna verdubbeld. Tegelijk is de waterkwaliteit verbeterd en zijn de klanten meer tevreden.
"Het is wel een beetje een succesverhaal’’, constateert Alex van Heezik van het Instituut voor Publieke Sector Efficientie (IPSE) Studies. Samen met Jos Blank onderzocht hij het effect van de belangrijkste beleidshervormingen op de productiviteit in de netwerksectoren drinkwater, energie en spoorwegen.
Tussen 1980 en 2015 bedroeg de gemiddelde productiviteitsgroei in deze drie ‘nutssectoren’ gemiddeld 1,5 tot 2 procent per jaar. Het gaat dan om het aantal geleverde diensten per euro. Voor de drinkwatersector is dat vanaf 2000 maar liefst 3,5 procent per jaar. ‘’Die kan daarmee wedijveren met vele sectoren in de marktsector’’, aldus het rapport.
De stijging is voor de energiesector het laagst, maar met bijna 60 procent over de gehele periode toch ook aanzienlijk, stellen de onderzoekers.
Technologische ontwikkeling
De belangrijkste ‘aanjager’ van de groei is volgens hen de technologische ontwikkeling. ‘’Zeker de drinkwatersector heeft daar enorm van kunnen profiteren’’, aldus Van Heezik.
Of de hervormingen een rol hebben gespeeld, is moeilijk te bewijzen. Ze vonden geleidelijk plaats en bovendien is vanwege het publieke belang nergens sprake van volledige liberalisering of privatisering.
Wel is duidelijk dat de - eerst vrijwillige en later wettelijk verplichte - bedrijfsvergelijking vanaf 1997 in de drinkwatersector een positieve invloed heeft gehad. ‘’Dat is voor het bedrijf zelf toch ook een prikkel: hoe komt het dat wij veel slechter presteren?’’
Fusieslag
Kanttekening hierbij is dat er eigenlijk te weinig drinkwaterbedrijven overgebleven zijn om zo’n vergelijking te kunnen maken. Zeker tot 2005 was er sprake van een groot aantal fusies en nam het aantal drinkwaterbedrijven af van 102 in 1980 tot 10 nu. ‘’De fusieslag heeft mogelijk ook dit instrument uitgehold’’, schrijven de onderzoekers.
Dat de drinkwaterbedrijven in 35 jaar tijd maar liefst veertien keer zo groot werden, heeft volgens hen evenmin bijgedragen aan de productiviteitsgroei. ‘’De invloed hiervan is maar heel beperkt.’’
Hoge kosten
Zelfs vragen zij zich af of de prestaties zonder de ingrijpende veranderingen niet misschien nog beter waren geweest. ‘’De transities hebben ook tot hoge extra kosten geleid.’’
Lees hier deel 4 van de IPSE Studies naar de productiviteit van overheidsbeleid