Een nieuw procedé voor het maken van hoogwaardige biodiesel uit zuiveringsslib wordt getest in de praktijk op Europees niveau. In Rotterdam komt er een proefinstallatie.
Het grootschalige project heet TO-SYN-FUEL. Hieraan doen bedrijven en kenniscentra uit vijf Europese landen mee. Zij doen de komende jaren praktijkonderzoek naar een nieuw procedé waarbij zuiveringsslib als grondstof wordt gebruikt voor biobrandstof voor voertuigen. De officiële kick-off was begin mei. De kosten van het project zijn begroot op 14,5 miljoen euro. De Europese Unie betaalt hiervan het grootste deel vanuit het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020.
Nederland levert een belangrijke bijdrage aan TO-SYN-FUEL. ENGIE Services bouwt in Rotterdam een proefinstallatie. Naar verwachting wordt in 2018 gestart met de productie van biodiesel. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) dat gevestigd is op Moerdijk, gaat hiervoor het slib leveren. SNB is eigendom van zes waterschappen en de grootste verwerker van zuiveringsslib in ons land.
Het maken van biodiesel uit slib is een nieuwe ontwikkeling, vertelt directeur Marcel Lefferts van SNB. “Wereldwijd wordt veel werk gemaakt van de productie van biobrandstof voor voertuigen. Er worden grondstoffen als afval, houtsnippers en palmolie gebruikt. Maar nog niet slib dat overblijft bij de zuivering van afvalwater. Terwijl dat juist een heel interessant product is. Slib is goedkoop en in grote hoeveelheden beschikbaar. Ook is slib volgens ons zeer geschikt om hoogwaardige biodiesel te maken.”
Het doel van het project is om de technische en economische waarde van het innovatieve procedé aan te tonen. De kern is de technologie Thermo Catalytic Reforming. Dat wordt gecombineerd met drukwisseladsorptie en hydrodeoxygenation. Het komt erop neer dat met behulp van pyrolyse, een thermisch kraakproces, biodiesel uit slib wordt geproduceerd. Lefferts: “De basistechniek werkt en is in het lab bewezen. We schalen het procedé nu op. Daarnaast is het belangrijk om deelprocessen te koppelen tot een continu proces.”
De deelnemers aan het project spreken zelfs al van honderd fabrieken die 32 miljoen ton organisch materiaal per jaar kunnen omzetten in biobrandstof. “Een leuk vergezicht”, zegt Lefferts. “Maar het geeft wel goed het grote potentieel van de techniek aan. Ik zie dit als een belangrijke ontwikkeling op weg naar de circulaire economie. We zullen zelf in eerste instantie enkele duizenden tonnen slibkoek aan de proefinstallatie in Rotterdam leveren. De bedoeling is dat onze eigen vrachtwagens op de geproduceerde biodiesel gaan rijden.”