Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoekt een herziening van het hoofdwatersysteem. Dat schrijft minister Mark Harbers in een brief aan de Tweede Kamer. De verkenning wordt uitgevoerd in het kader van een nieuwe zoetwaterstrategie. Optimaliseren van het watersysteem zoals nu gebeurt, is niet meer toereikend, schrijft de minister. “In de toekomst zijn meer ingrijpende maatregelen nodig.”
De extreme droge zomers van 2018 en 2022 worden richting 2100 het nieuwe normaal, schrijft de bewindsman van Infrastructuur en Waterstaat. “Nederland moet zich daarop voorbereiden.”
De demissionaire bewindsman verwijst naar onderzoeken en scenario's van onder meer KNMI, PBL en Deltares, dat in opdracht van Infrastructuur en Waterstaat een nieuwe studie heeft gedaan naar de zoetwaterbalans in een warmer klimaat.
Uit deze waterbalans blijkt dat de watertekorten tijdens extreem droge zomers flink toenemen als het klimaat verder opwarmt én de zeespiegel verder stijgt, stelt Harbers. De toename van het tekort wordt veroorzaakt door een toename van de vraag om het water zoet te houden bij vooral de Afsluitdijk, in de regio’s Noord en West en de Nieuwe Waterweg in combinatie met een lagere Rijn- en Maasafvoer. “De tekorten kunnen in 2100 in een extreem droge zomer, zoals in 2018 en 2022, tot circa 600 m3/s groeien. We zouden na 2100 qua volume een tweede Rijn nodig hebben om alle gebieden tijdens een extreme droogte op het huidige niveau zoet te houden.”
Verzilting
Dat is de lange termijn, maar het probleem speelt nu al. Zo is er in droge zomers niet voldoende zoet water om verzilting te bestrijden. “Sommige waterschappen communiceren nu al dat het tegengaan van verzilting door watertekort tijdelijk niet meer mogelijk is, bijvoorbeeld het Hoogheemraadschap Rijnland in de Haarlemmermeer.”
Uit de diverse (kilmaat)scenario’s blijkt dat het zoetwatertekort op korte termijn het meest urgente probleem voor Nederland is als het gaat om ons aanpassen aan klimaatverandering, schrijft Harbers. Onder de noemer van het Deltaprogramma Zoetwater wordt daarom gewerkt aan optimalisering van het watersysteem. Dan gaat het onder meer om, zo staat in de brief: slimmer situationeel verdelen, aanpassing van de afvoerverdeling Rijntakken bij Pannerden, vergroten van de IJsselmeerbuffer, beperken van zoutintrusie bij spui- en schuitsluizen, realisatie van een tweede aanvoerroute naar het Markermeer en IJsselmeer via het Amsterdam-Noordzeekanaal.
Doel hiervan is om op korte termijn de zoetwatervoorziening te verbeteren, schrijft Harbers. “Grootschalige systeemkeuzes en kostbare infrastructurele maatregelen kunnen daarmee zo lang mogelijk worden uitgesteld. Deze strategie is gezien de nieuwste inzichten minder lang houdbaar dan eerder werd gedacht. Daarom wordt er in 2024 gestart met een verkenning naar haalbaarheid en wenselijkheid van meer ingrijpende maatregelen (‘hoekpunten’), zoals het tegengaan van verzilting in de Rijn-Maasmonding zodat het rivierwater efficiënter wordt benut. Daarbij wordt ook gekeken naar de effecten voor de ecologie, waterkwaliteit, scheepvaart en andere functies.”
Nieuwe inzichten
"De komende jaren werken we keuzes uit om de watervraag te beperken en het aanbod te verhogen", schrijft Harbers. De nieuwe inzichten vormen de basis voor de herijking van de Deltabeslissingen in 2026. In 2027 vindt in het kader van het Nationaal Waterprogramma 2028-2033 besluitvorming plaats over de herijking van het Deltaprogramma Zoetwater en Integraal Riviermanagement, inclusief de waterverdeling tijdens lage rivierafvoeren.
Verder werkt het kabinet aan de Nota Ruimte waarin de integrale visie op de ruimtelijke ordening van ons land wordt geschetst, inclusief richtinggevende keuzes, schrijft Harbers. “Water en bodem zijn sturend voor ruimtelijke keuzes en daarmee ook voor keuzes in de Nota Ruimte.” De aanpak van de zoetwateropgave moet in deze nota worden vervlecht ‘in samenhang met andere ruimtelijk opgaven’. “Dit zijn complexe keuzes die zorgvuldige besluitvorming en tijd vergen,” schrijft Harbers. “Het nieuwe kabinet is aan zet om deze keuzes te maken.”
Dat was het begin van meerdere projecten in Dordrecht. Onlangs zijn nog populieren van zo,n 125 jaar oud gesnoeid om duurzaam te behouden die langs het riviertje het Wantij staan. De eerder voorgenomen kap van vele andere, 80 jaar oude bomen, werd voorkomen. Vorig jaar werd een artikel geplaatst in Trouw waarop reacties zijn gekomen uit meerdere steden.
Inmiddels zijn bewoners uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zich in gaan zetten voor behoud populieren in hun omgeving. Op het blog https://blog.hetwantij.com/ vindt u meer via zoekfunctie "populieren".
Het blog wordt binnenkort geactualiseerd met de nieuwe informatie en rapporten. Graag zien we dat ook deze populieren langs de Maas een kans krijgen duurzaam oud te worden!
Secretaris Cor Goosen