In 2013 werd een medewerker van het waterschap Roer en Overmaas ontslagen. Drie jaar eerder had hij intern kritiek geuit op de manier van vergunningsverlening binnen het waterschap. Het Huis voor Klokkenluiders onderzocht de zaak en concludeerde dat de waterschapsmedewerker niet aantoonbaar als gevolg hiervan is ontslagen.
De waterschapsmedewerker stelde in 2010 aan de orde dat het waterschap Roer en Overmaas (tegenwoordig opgegaan in Waterschap Limburg) zichzelf stelselmatig achteraf vergunningen zou verlenen, dus na afloop van de activiteiten waarvoor de vergunningen nodig waren. Volgens de medewerker was dat in strijd met de regels. Hij meldde dit meerdere keren en op verschillende niveaus bij zijn werkgever.
Ontslag
Het waterschap was van mening dat er geen sprake was van een misstand. Eind 2010 werden er gesprekken gevoerd over het functioneren van de medewerker. Dit leidde tot een traject van coaching, mediation en re-integratie na ziekte. In 2013 volgde uiteindelijk ontslag van de medewerker.
Het Huis voor Klokkenluiders onderzocht de gang van zaken op verzoek van de ontslagen medewerker. Het kwam tot de conclusie dat, zoals in het rapport staat: “In de beschikbare documentatie en verklaringen heeft de afdeling Onderzoek geen feiten aangetroffen die aantonen dan wel aannemelijk maken dat het melden van een vermoeden van een misstand door verzoeker de oorzaak is geweest van het negatieve beoordelingsbesluit en het ontslagbesluit.”
MEER INFORMATIE
Rapport van het Huis voor Klokkenluiders (pdf)