In Oost-Groningen is een andere manier van kustverdediging nodig. Als gevolg van klimaatverandering, zeespiegelstijging én bodemdaling zijn dijken alleen niet meer voldoende om het gebied tegen het water te beschermen, stelt waterschap Hunze en Aa’s in zijn nieuwe Kustvisie. "Net als vroeger zullen we moeten meegroeien met de stijgende zeespiegel."
Het kustgebied langs de Eems-Dollard, tussen Nieuwe Statenzijl en Delfzijl, wordt volgens het waterschap van twee kanten bedreigd. Allereerst stijgt de zeespiegel de komende decennia sneller dan verwacht door de opwarming van de aarde. Tegelijkertijd is er sprake van bodemdaling door gaswinning, veenoxidatie en inklinking van kleigrond. "Het verschil tussen zeespiegel en achterland wordt daarmee extra vergroot", aldus de Kustvisie die Hunze en Aa’s deze week presenteerde.
Daarin wordt een aantal maatregelen beschreven die het waterschap noodzakelijk acht om ook in de toekomst nog in het gebied te kunnen leven en werken. Het wil daarover in gesprek met mede-overheden en andere partijen. "Met als insteek dat we problemen niet willen afwentelen op toekomstige generaties."
De visie is gebaseerd op scenario’s van het KNMI en houdt rekening met een zeespiegelstijging van 50 tot 120 centimeter in 2100 en van 2,5 tot 5 meter in 2300. Als tevens de bodem daalt, kan dat leiden tot bijvoorbeeld instabiliteit van de dijk door kwel. Ook de gevolgen van een eventuele dijkdoorbraak worden groter en laaggelegen gronden krijgen te maken met vernatting en verzilting.
Kwelders
De belangrijkste maatregelen die worden voorgesteld, zijn het ophogen van gronden, waardoor een ‘klimaatrobuuste’ kustzone ontstaat, het aanleggen van kwelders en het versterken en ophogen van dijken. Waar mogelijk wordt hiervoor slib uit de Eems-Dollard gebruikt.
"Duizenden jaren geleden lag de zeespiegel meters lager en lag ook Nederland meters lager", zegt dijkgraaf Geert-Jan ten Brink in een toelichting. "Maar het land groeide mee met de zeespiegel. In het noordoosten van Nederland dankzij de groei van veen en slib dat na hoog water bleef liggen op het land en op kwelders. Met de aanleg van dijken, het afgraven van veen en gestuurde waterafvoer en -aanvoer is dit proces van meegroeien stopgezet. Met deze Kustvisie willen we de natuur ons een handje laten helpen, zodat we weer gaan meegroeien met de zeespiegel."
In de visie is de noordoostelijke kustzone ingedeeld in drie deelgebieden, die volgens Hunze en Aa’s elk vragen om maatwerk. In het eerste deelgebied, langs de Dollard, wordt ingezet op de aanleg van een Brede Groene Dijk en binnendijkse kleirijperijen.
Nieuw zeegemaal
Het tweede gebied, rond Termunten, is een van de laagstgelegen gebieden van Nederland en bevindt zich direct achter de dijk. Hier wil het waterschap de dijk versterken, de polder en landbouwgronden ophogen en kwelders ontwikkelen.
Het derde gebied, rond chemiepark Delfzijl, is al eens opgehoogd. Wel moet hier de dijk versterkt worden, zo mogelijk komen er ook kwelders en bij nieuwe ontwikkelingen zal de grond verder worden opgehoogd.
Om overtollig water af te voeren, voorziet het waterschap een nieuw zeegemaal bij Nieuwe Statenzijl. Dat komt dan naast het huidige gemaal Rozema bij Termunterzijl. Want ook de waterbergingsgebieden die er nu zijn, met een totale capaciteit van 55 miljard liter, zijn volgens Hunze en Aa’s niet toereikend om het gebied in de toekomst te beschermen tegen wateroverlast.