Door een structureel zoetwatertekort kampen boeren in Zeeland en op Texel al jarenlang met tegenvallende oogsten en dalende inkomsten. De NOS meldde 11 augustus dat de nood in Zeeland deze zomer zelfs zo hoog is dat fruittelers en akkerbouwers overwegen te stoppen met hun teelt. Ontwikkelingen rondom irrigatie raken door deze problematiek in een stroomversnelling.
Tekst Rens Nijholt | Beeld Acacia Water
Grondwaterspecialist Acacia Water werkt aan irrigatieoplossingen voor de landbouwsector, zowel in Zeeland als op Texel. Zo wordt bij het Deltadrip project in Zeeland druppelirrigatie toegepast en kwam in juli de financiering rond voor het subirrigatieproject Zoete Toekomst Texel. Beide proeven zijn gericht op het efficiënt omspringen met zoet water en bieden een oplossing voor kustgebieden met een zoetwatertekort.
Zoete Toekomst Texel
Texel is door het beregenings- en onttrekkingsverbod volledig afhankelijk van neerslag, het eiland krijgt geen zoet water aangevoerd. Voorheen hielden de boeren op het Waddeneiland er rekening mee dat de gewassen één keer in de vier jaar een mindere opbrengst zouden geven. In de afgelopen droge jaren was de oogst echter elk seizoen mager.
“De angst zit er goed in”, vertelt Tine te Winkel, watereconoom bij Acacia. “Afgelopen juli hebben we geluk gehad met de neerslag. Anders was het opnieuw misgegaan. Acht jaar geleden zijn we hier al begonnen met subirrigatie. Hiermee hebben we veel ervaring opgedaan en onze technieken doorontwikkeld. Door de urgentie gaan we nu opschalen, met als ambitie: Texel zelfvoorzienend maken.”
Grote verandering ten opzichte van het eerste ontwerp is het opslaan van regenwater in de ondergrond als alternatief voor de grote bassins in het maaiveld. “Agrariërs vonden dat de bassins te veel ruimte in beslag namen. Texel is niet groot; elke beschikbare meter wordt het liefst besteed aan landbouw, natuur of recreatie.”
Dit zette Acacia Water ertoe aan om samen met de agrariërs te kijken naar het opslaan van water onder de grond. “Door regenwater op te slaan onder een kleilaag in de grond bespaar je ruimte”, vult Simon van Meijeren - hydroloog bij Acacia - aan. “Maar Texel heeft erg zout grondwater, waardoor er altijd menging plaatsvindt. Je moet voorkomen dat het zoete water zich volledig mengt. Want de mate van menging bepaalt de efficiëntie van je systeem.”
Infiltratie
“Het gemiddelde neerslagoverschot, van 300 mm per jaar, wordt uit de drainage opgevangen en via infiltratieputten in de ondergrond opgeslagen. In de grond gaat een deel van het zoete water verloren aan de rand van een zoetwaterbel, waar het zoete water zich met het zoute mengt. Om een droge periode te overbruggen is voor veel gewassen 100 mm al genoeg. Voor Texel denken we 50 procent van het geïnfiltreerde water te gebruiken, waardoor er 150 mm vrij komt. Uit de proef zal blijken hoeveel water er uiteindelijk beschikbaar komt voor gebruik”, vertelt Van Meijeren.
Ook de waterbehoefte van een gewas speelt een rol. Van Meijeren vervolgt: “Niet elk gewas heeft (evenveel) beregening nodig. Daar kun je vervolgens mee gaan spelen. Dus stel: je geeft 150 mm op één hectare, maar als de watervraag van het gewas op het perceel maar 75 mm is, dan kun je het water inzetten voor beregening van twee hectare. Hetzelfde geldt voor percelen waar je wel water opvangt, maar geen beregening nodig hebt. Dit water houd je over voor andere velden.”
Het opschalen van het project neemt andere vraagstukken met zich mee. Te Winkel: “Op hoeveel plekken kun je efficiënt infiltreren? Of hoeveel putten ga je plaatsen? Veel logistieke vragen én vooral; hoe hou je het betaalbaar? Dat laatste is een belangrijk speerpunt in de ontwikkelingsfase waar we nu inzitten. Onderaan de streep moet het natuurlijk wel wat opleveren. Vanaf dag één zijn we in gesprek met de boeren om te kijken hoe we deze complexe techniek rendabel houden.”
Deltadrip
Waar het irrigatieproject op Texel nog op de tekentafel ligt, draait het druppelirrigatie project Deltadrip in Zeeland nu bijna twee jaar. Een gebied dat vergelijkbaar is met Texel, al mag hier wel grondwater worden onttrokken. Agrariërs die boven de waterbronnen in de kreekruggen zitten hebben geluk en mogen, onder restricties, grondwater onttrekken. “40 procent van de provincie heeft een kreekrug als ondergrond”, stelt Van Meijeren. Droge periodes zorgen voor bijkomende problemen. Te Winkel: “Bronnen raken sneller op wanneer er veel wordt onttrokken in een korte periode, met verzilting als gevolg.” Als noodoplossing lieten boeren in Zeeland zoet water aanvoeren per schip. “Dan betaal je de hoofdprijs”, weet Te Winkel.
Om de druk op de waterbronnen te verlagen moet er efficiënt worden omgegegaan met het zoete water. Druppelirrigatie is een doeltreffende methode gebleken om gewassen te laten groeien. Een techniek die je veel ziet in het buitenland, maar vrij nieuw is in Nederland zegt van Meijeren. “Simpelweg omdat het nooit nodig is geweest; er was altijd genoeg neerslag. Het heeft grote voordelen ten opzichte van beregening. Zo wordt bij beregening met een spuithaspel zo’n 40 m3 per uur onttrokken en geïrrigeerd. Bij druppelirrigatie slechts 40 m3 per dag. Door deze lichte intensiteit zie je nauwelijks verschil in de grondwaterspiegel, terwijl deze tijdens beregening met een spuithaspel met 30 cm daalt.”
Fertigatie
Daarnaast wordt er ook fertigatie (bemesting door de druppelslangen) toegepast. “Je kunt zo veel gerichter meststoffen toedienen. Normaal gesproken geeft een boer vier grotere giften per gewas. Met druppelirrigatie kun je elke dag kleine shots toedienen. Je kijkt naar het stikstofgebruik van het gewas en dient dat toe via de slangen. Hiermee voorkom je dat nutriënten wegspoelen. Hoewel we het nog niet goed hebben kunnen meten, is de verwachting dat dit de waterkwaliteit ook ten goede komt.”
Doordat de aanlegkosten eenmalig zijn, is het financiële plaatje aantrekkelijk voor de boeren. Te Winkel: “De druppelslangen liggen ondergronds in het veld op 40 cm diep. Wanneer een agrariër op zijn perceel gaat werken hoeft hij de slangen niet te verplaatsen, waardoor je arbeidskosten bespaart. Bovendien kan je langer uit een bron putten, water geven op het moment dat het nodig is en schommel je niet heen en weer met je opbrengsten. Dat is het grote voordeel op lange termijn. Dankzij de droogte krijgen we meer aanvragen vanuit de sector en leggen we door onze ervaring steeds goedkoper aan.”