De kwaliteit van het grondwater in de grondwaterbeschermingsgebieden in Gelderland is in de afgelopen jaren niet vooruit- maar achteruitgegaan. “We meten in het grondwater steeds vaker en in steeds hogere concentraties gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw”, schrijven Gedeputeerde Staten in een brief aan de Provinciale Staten. Het college bezint zich op aanvullende bescherming van het grondwater en kijkt daarbij ook naar verplichtende maatregelen.
In 16 grondwaterbeschermingsgebieden worden middelen in het grondwater gemeten boven de gestelde norm, aldus GS in de Statenbrief. Soms gaat het om ‘historische belasting’ en betreft het middelen die inmiddels verboden zijn. “Of het gaat om restproducten van gewasbeschermingsmiddelen, die soms schadelijker zijn dan de oorspronkelijke producten zelf. Feit is dat de stoffen er zijn.”
Het college baseert zijn bevindingen op een tussenevaluatie van het Uitvoeringsprogramma Gebiedsdossiers Grondwaterbescherming (UGG) die het adviesbureau Royal HaskoningDHV heeft opgesteld. Het UGG bevat maatregelen waarmee de provincie eind 2027 wil voldoen aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Actueel risico
De tussenevaluatie maakt duidelijk dat de kwaliteit van het grondwater voor de drinkwaterproductie niet vooruit maar achteruit gaat. Zo stellen de onderzoekers vast dat in 13 grondwaterbeschermingsgebieden sprake is van 'een actueel risico'. Ze maten in een deel van de pompputten een overschrijding van de norm voor gewasbeschermingsmiddelen in het opgepompte water (ruwwater). Dat betreft de gebieden Dinxperlo, Van Heek, Hettenheuvel, Ellecom, Noordijkerveld, Aalten ’t Loohuis, Druten, Fikkersdries, Heumensoord, Kolff, Schalterberg, Wezep en De Pol.
In 3 grondwaterbeschermingsgebieden (Dennewater, Haarlo, Olden Eibergen) werd een overschrijding van de norm voor een of meer gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld in het opgepompte grondwater.
De aanhoudende normoverschrijdingen zijn voor de onderzoekers reden om te stellen dat de huidige aanpak van de landbouwemissies met enkel vrijwillige maatregelen in de grondwaterbeschermingsgebieden niet afdoende is. Ze adviseren dan ook te onderzoeken welke combinaties van vrijwillige en verplichtende maatregelen denkbaar zijn en die leiden tot een ‘geborgde’ verbetering van de grondwaterkwaliteit.
GS volgen dat advies op. In de bestuurlijke stuurgroep van het UGG wordt onderzocht welke combinaties van vrijwillige en verplichtende maatregelen mogelijk zijn om de normoverschrijdingen terug te dringen, staat in de Statenbrief.
Derogatie
Ook willen GS op korte termijn in gesprek met de landbouwsector om te praten over de afbouw van de derogatie, de tijdelijke ontheffing van de algemene Europese mestnorm die de boeren de ruimte biedt om meer dierlijke mest uit te rijden. Nu die verruiming verdwijnt wordt aangenomen dat boeren grasland gaan omzetten naar andere beter salderende gewassen, zoals maïs of bollen.
Bij deze teelten worden meer chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. “Met als gevolg dat meer van deze middelen naar het grondwater zullen uitspoelen”, schrijven GS, die aangeven dat Gelderland circa 220 agrarische bedrijven telt die gemiddeld 10 ha grasland hebben binnen een grondwaterbeschermingsgebied.
Het college wil nu in een gesprek met de landbouw helder krijgen en maken dat verdere achteruitgang van de grondwaterkwaliteit door de afbouw van derogatie voorkomen moet worden. “Afhankelijk van wat die gesprekken opleveren willen wij komen met een voorstel voor aanvullende bescherming”, staat in de Statenbrief. Dat zou kunnen met regels in de omgevingsverordening, schrijven GS.