secundair logo knw 1

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan het opzetten van een opleiding voor vergunningverleners. Doel is om de kennis van de verleners over opkomende stoffen in het water te vergroten.

Marjan van Giezen, plaatsvervangend directeur Water, Ondergrond en Marien van het ministerie, kondigde het opzetten van de opleiding vanmorgen aan tijdens het Nationale Watersymposium, een initatief van SKIW en Envaqua. Het project om de deskundigheid van vergunningverleners te bevorderen is onderdeel van een structurele aanpak van opkomende stoffen waar het ministerie naar toe wil.

Ketenaanpak
Van giezen 180 vkMarjan van GiezenVan Giezen lichtte op het symposium de aanpak toe. “We willen af van het hollen van incident naar incident.” Het ministerie zet daarbij in op een ketenaanpak, conform een nadrukkelijke wens uit de Tweede Kamer. In de kern komt het in die aanpak neer op voorkomen, risico’s verlagen, zuiveren en ook kennis blijven verbeteren.

Belangrijke inzet daarbij is om aan de ‘aan de voorkant zoveel mogelijk te voorkomen’, zei Van Giezen. Onderdeel van die preventie is actualiseren van de vergunningen. Om dat adequaat op te pakken is kennisvergroting van de vergunningverleners nodig, zo was de conclusie die werd getrokken aan de bestuurlijke versnellingstafel chemische stoffen, onderdeel van de ketenaanpak. “De bestuurders aan die tafel kwamen met de vraag”, vertelde Van Giezen.

Vooralsnog richt het ministerie zich met de nieuwe opleiding op vergunningverleners werkzaam bij een overheidsorganisatie, maar, zei Van Giezen in antwoord op vragen van Envaqua-directeur Ignaz Worm, het is niet uitgesloten dat het traject wordt uitgebreid naar andere geïnteresseerden. “We zijn aan het kijken of we de opleiding meer body kunnen geven. Maar vooralsnog wordt deze opgezet voor vergunningverleners.”

Continu proces
Blijven verbeteren van de kennis over opkomende stoffen is een continu proces, stelde Van Giezen. Maar de kwestie is ook actueel. Naar aanleiding van de incidenten met opkomende stoffen als Pyrazool, GenX en melamine is bepaald dat lozingsvergunningen van bedrijven opnieuw tegen het licht gehouden moeten worden. Screening van de vergunning is uitgesproken in de Intentieverklaring Delta-aanpak Waterkwaliteit.

Pilot vergunningverlening
Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor de vergunningverlening, is inmiddels een pilot begonnen, vertelde Rob Berbee van de dienst op het symposium. De rijksdienst is in zee gegaan met de advies- en ingenieursbureaus Witteveen en Bos en Royal HaskoningDHV.

Deze bureaus gaan in de pilot de vergunningen van 66 door RWS geselecteerde bedrijven doorlichten. De selectie is afgestemd met het bedrijfsleven, vertelde Berbee. “Het zijn grote en kleine bedrijven, met oude en nieuwe vergunningen en verspreid over Nederland.”

Bij de helft van de bedrijven is de screening inmiddels gestart, aldus Berbee. “En een enkele is afgerond. De bedrijven werken prima mee.” De herbeoordeling leidt tot een advies per bedrijf, met mogelijk een aanpassing van de vergunning.

De pilot moet ook tot leiden tot een ‘overall adviesrapport’, met aanbevelingen en conclusies voor de screening van de vergunningen van de overige 730 bedrijven. Onder meer moet inzicht komen in het tijdsbeslag dat de herbeoordeling zal vergen, een aandachtspunt, want, zo bekende Berbee, actualiseren van vergunningen had in het verleden door de beperkte capaciteit geen prioriteit binnen RWS.

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.