Om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen is er een lange termijn- en integrale aanpak nodig om meer ruimte te scheppen voor levende en klimaatbestendige rivieren. Dat stellen zes natuurorganisaties in een nieuwe visie 'Ruimte voor levende rivieren’. Het is een pleidooi voor ‘meer robuuste riviernatuur in Nederland’ (15.000 ha), te bereiken met een integrale aanpak en ‘groot denken’.
Het plan laat zien, aldus de organisaties, dat met natuur als bondgenoot in het rivierengebied meerwaarde gerealiseerd kan worden voor verschillende sectoren zoals scheepvaart, woningbouw, landbouw, recreatie, delfstofwinning, hoogwaterveiligheid én natuur.
De zes organisaties zijn het Wereld Natuur Fonds (WNF), Natuurmonumenten, ARK Natuurontwikkeling, Vogelbescherming Nederland, LandschappenNL en de Natuur en Milieufederaties. Ze overhandigen de visie volgende week aan minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat.
Succesvol
Met ‘Ruimte voor Levende Rivieren’ wordt voortgebouwd op het succes van Plan Levende Rivieren, dat WNF in 1992 lanceerde. Dat plan en de uitwerking in het beleid 'Ruimte voor de Rivier' was succesvol. In de afgelopen 25 jaar is zo’n 12.000 hectare nieuwe riviernatuur gerealiseerd, schrijven de organisaties.
“Maar we zijn nog niet klaar, de natuur in het rivierengebied staat er nog niet overal goed op”, stellen ze. Populatieherstel van trekvissen als de zalm en steur is nog niet gerealiseerd. “En het icoon van onze rivieren - de zwarte ooievaar - is nog steeds niet teruggekeerd.”
Ook zijn er grote nieuwe uitdagingen als gevolg van klimaatverandering; meer extreme lage en hoge waterstanden in de rivieren, aldus de organisaties. In het zoeken naar antwoorden op de klimaatverandering bepleiten de natuurorganisaties een integrale aanpak. Bovendien moet er ‘groot worden gedacht’.
“Klimaatverandering brengt grotere weersextremen. Riviersystemen moeten kunnen meeveren om veilig te zijn: water vasthouden voor droge tijden, meer ruimte in natte tijden. Dit vraagt een andere manier van denken. Groot denken, op het niveau van het hele stroomgebied, van bron tot monding”, staat in de visie. Die wordt overigens niet gepresenteerd als blauwdruk, maar als 'een uitnodiging aan alle partijen in het rivierengebied om samen meer ruimte te scheppen voor levende en klimaatbestendige rivieren'.
Niveaus
Integrale aanpak en groot denken worden op diverse niveaus ingevuld. Zo moet op stroomgebiedsniveau ‘het systeem’ substantieel worden vergroot, passend bij het DNA van de rivier (nevengeulen, dijkverleggingen, uiterwaardverlaging, bosvorming). Verder: 'sponzen' herstellen en retentiegebieden inrichten waardoor natuur kan floreren en mensen veilig kunnen wonen, werken en recreëren.
Op riviertrajectniveau moet de rivierdynamiek worden vergroot ‘in een aaneengesloten kralensnoer van uiterwaarden’. Dit om de erosie van het zomerbed te bestrijden en voor natuur én scheepvaart.
Op uiterwaardniveau moeten integrale oplossingen komen die ook de riviernatuur versterken, met begroeiing als golfremming en extra waterstandsruimte voor natuurontwikkeling.
Verdubbeling riviernatuur
In de komende 25 jaar willen de organisaties een verdubbeling van typische riviernatuur, wat neerkomt op groei van ten minste 15.000 hectare natuur. Daarnaast moeten er goede verbindingen tussen natuurgebieden komen (langs de rivier en dwars op de rivier).
Andere ambities: goede kwaliteit van het onderwaterleven (onder meer in onderwaterreservaten) en gevarieerde rivierdynamiek (passend bij de eigenschappen van de rivier).
Het rivierenlandschap gaat ingrijpend veranderen door het Deltaprogramma, schrijven de organisaties. “Ruimtelijke kwaliteit mag daarbij geen losstaande opgave zijn; het is de verbindende kracht voor een integrale opgave. Daarom is het meer dan gepast dat het Deltaprogramma Rivieren een tweeledige doelstelling krijgt: waterveiligheid én ruimtelijke kwaliteit.”
MEER INFORMATIE
PDF 'Ruimte voor levende rivieren'