Platforms als Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam leveren een grote bijdrage aan het klimaatbestendig maken van de stad. Zij hebben een inspirerend verhaal waarin klimaatverandering als een kans wordt gezien. Belangrijk is wel dat zo’n platform onafhankelijk van de overheid kan opereren. Dat blijkt uit onderzoek van bestuurskundigen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).
Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam zijn netwerkorganisaties die zo’n vijf jaar geleden werden opgericht door respectievelijk Waternet en de gemeente Rotterdam. Jannes Willems (tot augustus onderzoeker aan de EUR, nu werkzaam bij de Universiteit van Amsterdam) en Jitske van Popering hebben hiernaar onderzoek gedaan.
“Wij keken hoe de twee platforms rondom klimaatadaptatie de afgelopen jaren functioneerden”, licht Willems toe. “Wat kan van de ervaringen worden geleerd, ook door andere steden? We hebben op basis daarvan een routekaart gemaakt voor het samen realiseren van een klimaatbestendige stad (zie kader onderaan Routekaart met tien stappen, red.).”
Inspirerend verhaal
Overheden, maatschappelijke organisaties en andere partijen zoeken in steden steeds actiever de samenwerking in verband met de uitdagingen van klimaatverandering, vertelt Willems. “Het gaat vaak om het vergroten van de sponswerking van de stad, dus om water langer vast te houden. Daarvoor moet je ingrepen in de openbare ruimte doen en particulieren stimuleren tot maatregelen.”
Platforms als Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam zijn hierbij volgens Willems zeer waardevol. “Deze twee platforms hebben een inspirerend verhaal dat veel partijen aanspreekt. Hun boodschap is: we kunnen de stad mooier en leefbaarder maken en tegelijkertijd klimaatbestendig. In Amsterdam is het motto ‘elke druppel telt’ en het Rotterdamse platform streeft naar maatregelen ‘in de haarvaten van de stad’. Klimaatverandering wordt niet als een bedreiging gepresenteerd, maar als een kans.”
Neutrale partij
Zo’n stedelijk platform helpt bij het vormen van een omvangrijk netwerk rondom klimaatadaptatie en water, zegt Willems. “Het platform verbindt als een soort neutrale partij inwoners en organisaties. Zij krijgen hiermee toegang tot elkaar en tot financiële middelen. Daaruit ontstaan nieuwe projecten en producten.” Willems noemt het voorbeeld van Rainbeer. Dit biertje van hemelwater is ontwikkeld door enkele Amsterdammers samen met de Hogeschool van Amsterdam. Zij zien het regenbier als een middel om het gesprek over klimaatverandering aan te gaan.
Willems signaleert ook verbeterpunten. “De samenwerking is nog erg vrijblijvend. Mensen doen mee vanuit eigen motivatie. De uitdaging is om de grote meerderheid in de stad beter te bereiken.” Een platform draagt daarnaast weinig bij aan het aanpassen van regelgeving en procedures van gemeente en waterschap. “Een platform is toch vooral extern gericht.” En verder: “Er zijn nog veel netwerken in andere domeinen in de stad. Netwerken kunnen elkaar versterken, maar ook beconcurreren.”
Zichzelf herhalend proces
De routekaart is volgens Willems te zien als een zichzelf herhalend proces, waarbij steeds tien stappen worden doorlopen. “Amsterdam Rainproof en Water Sensitive Rotterdam bestaan al zo lang dat ze meerdere rondes hebben gehad, terwijl nieuwe samenwerkingen in andere steden er net aan beginnen.”
'Het platform moet een eigen identiteit hebben'
Willems licht er drie stappen speciaal uit: onafhankelijkheid, beperkt budget en doorwerking in regels en procedures. “De onafhankelijkheid van het platform is echt erg belangrijk. Dit moet een duidelijke eigen identiteit kunnen ontwikkelen en niet teveel zijn gelieerd aan een overheid.” Ook moet het platform waken voor een te groot budget. “Een beetje budget is nodig om initiatieven een zetje te kunnen geven, maar bij veel geld gaan andere partijen achterover leunen. Je wilt dat het normaal wordt om vanuit reguliere middelen in projecten te investeren.”
Het derde punt betreft de doorwerking in regels, procedures en organisatiecultuur. “Het platform moet daarvoor wel de capaciteit hebben. Dat is vrij lastig als je vooral bezig bent om partijen te koppelen.”
Gelijkwaardigheid voorop
Wat heeft de waterbeheerder aan zo’n platform? “Je kunt hiermee erg veel partijen bereiken”, zegt Willems. “Accepteer wel dat klimaatadaptatie slechts één van de doelen kan zijn in de projecten die uit het platform voortvloeien. Het is belangrijk dat je je durft open te stellen voor nieuwe samenwerkingen. Gelijkwaardigheid staat voorop. Besef dat er andere uitkomsten kunnen zijn dan waaraan je zelf in eerste instantie dacht. Daar hikken klassieke waterbeheerders soms tegenaan.”
Willems wil zich in verder onderzoek op een tweetal aspecten richten. Omdat klimaatadaptatie urgenter is geworden, neemt de overheid het heft weer meer in handen. “Dat kan een beetje haaks staan op de netwerkaanpak. De onderzoeksvraag is: kun je de hierbij ontwikkelde werkwijzen en principes doorvertalen in de nieuwe strategieën van gemeenten?” Ten tweede ontstaan er volgens Willems momenteel erg veel klimaat- en watergerelateerde netwerken door het hele land. “Ik wil systematisch analyseren wat deze netwerken opleveren en waarom elk netwerk net wat anders is ingericht.”
ROUTEKAART MET TIEN STAPPEN
Willems en Van Popering hebben een routekaart met tien stappen ontwikkeld voor het gezamenlijk klimaatbestendig maken van de stad. Deze kaart geldt niet alleen voor Amsterdam en Rotterdam, maar is ook interessant voor andere steden en regio’s. De eerste drie stappen richten zich op de vorming van een groot netwerk gelieerd aan het platform, de volgende drie op het functioneren van het grensobject (de term in het onderzoek voor het platform, omdat dit zich richt op het overbruggen van de grens tussen partijen) en de laatste vier (met de negende stap uitgesplitst) op de doorwerking in onder meer handelingsperspectief en werkwijze.
De tien stappen zijn:
1) Zoek naar ambassadeurs.
2) Leg de verbinding met kleine, concrete initiatieven door ‘community management’.
3) Benader grote partijen om impact te creëren.
4) Ontwikkel een enthousiasmerend verhaal met positieve grondtoon.
5) Creëer ruimte om als onafhankelijk platform te opereren.
6) Faciliteer ontmoetingen.
7) Organiseer beperkt budget als tijdelijke achtervang.
8) Bied handelingsperspectief aan collega’s op alle organisatieniveaus om mee te doen.
9a) Geef de werkwijze door aan nieuwe netwerken.
9b) Investeer in doorwerking in regels, procedures en organisatiecultuur.
10) Herzie je aanpak zonder je oorspronkelijke principes te vergeten.
MEER INFORMATIE
Toelichting op het onderzoek
Brochure van de routekaart
H2O-bericht: gedrag bij klimaatadaptatie