De onbekende stof in het Maaswater die er de oorzaak van is dat het Limburgse waterbedrijf WML al meer dan een maand geen rivierwater inneemt voor de productie van drinkwater, is geïdentificeerd. Het blijkt een natuurlijke stof, Neophytadiene, te zijn. De bestaande zuivering verwijdert deze stof afdoende, aldus WML.
Begin juli is WML tijdelijk gestopt met het innemen van Maaswater. Reden was vervuiling van de rivier met concentraties van een niet geïdentificeerde stof. Na onderzoek in diverse laboratoria is nu vastgesteld dat het om Neophytadiene gaat.
De stof wordt door bepaalde algen en planten aangemaakt. De omstandigheden van de afgelopen weken waren ideaal voor de ontwikkeling van algen en daarmee de aanmaak van deze natuurlijke stof, schrijft WML: warmte, voedingsstoffen, veel zonlicht en weinig waterafvoer met stilstaand water.
Neophytadiene levert geen gevaar voor de gezondheid, stelt het drinkwaterbedrijf, na consultatie van en bevestiging door onderzoeksinstituut KWR. Los daarvan wordt de stof in de zuivering afdoende verwijderd, aldus het drinkwaterbedrijf. “Dit komt enerzijds door toepassing van de zuiveringsstappen in het waterproductiebedrijf Heel en anderzijds als gevolg van natuurlijke afbraak, vermenging met grondwater en bodempassage.”
WML wil in overleg met de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) de innamestop opheffen en de reguliere inname van Maaswater hervatten.
In Limburg wordt 25 procent van het drinkwater gemaakt van Maaswater en 75 procent van grondwater. Innamestops uit de Maas komen met enige regelmaat voor. Als deze lang duren kan WML in Midden-Limburg overschakelen op de winning van diep grondwater. Dat gebeurde tot nu toe één keer (in 2015). Vanaf 12 juli werd ook tijdelijk overgestapt op diepe grondwaterwinning en opschaling van de pompstations in de omgeving van Heel.