secundair logo knw 1

Foto: Gerard Stolk / Flickr

Vanaf 1 januari geldt de nieuwe derogatiebeschikking. Tot 2026 wordt de hoeveelheid mest die agrariërs uit mogen rijden teruggebracht naar het niveau dat ook in andere Europese landen geldt. STOWA liet inventariseren welke gevolgen dit besluit heeft voor de waterkwaliteit en het werk van waterbeheerders.

“Het doel van deze derogatiebeschikking is het verminderen van de emissie van stikstof en fosfor naar het grond- en oppervlaktewater ”, stelt Tessa van der Wijngaart, programmamanager waterkwaliteit en ecologie bij STOWA.

Tessa van der WijngaartTessa van der WijngaartNaast het verminderen van de hoeveelheid mest die op grasland mag worden uitgereden, gaan er ook aanvullende voorwaarden gelden over de beperking van de maximaal toegestane hoeveelheid stikstof en fosfaat in dierlijke mest, een verlaging van het toegestane gebruik van stikstof en fosfaat in gebieden die door nutriënten verontreinigd zijn en de aanleg van verplichte bufferstroken langs watergangen.

“Vanuit de regionale waterbeheerders merkten we dat er onduidelijkheid was over de gevolgen van deze maatregelen”, legt Van der Wijngaart uit.

De doelen mogen helder zijn, de agrariërs zijn aan zet als het gaat om het praktisch uitvoeren van de regelgeving. “Gaan ze meer werken met kunstmest? Gaan ze grasland in bouwland omzetten? Het gaat mogelijk om ingrijpende veranderingen en die leiden tot een cascade aan keuzes. Al die keuzes hebben consequenties voor de waterkwaliteit en daarmee voor het werk van de waterbeheerders.”

In de inventarisatie van de consequenties, en de bijbehorende brochure, trekt STOWA de conclusie dat de waterbeheerders er goed aan zouden doen de kennisoverdracht richting de agrarische sector te versterken. “Er is rond de gebiedsprocessen op dit moment veel contact tussen waterschappen en agrariërs. Het is goed als dit onderwerp ook in die gesprekken aan de orde kan komen en waterbeheerders de agrariërs kunnen inlichten over de gevolgen van hun keuzes en bijvoorbeeld ook de kennis over de regionale watersystemen kunnen vergroten.”

Naast het versterken van de kennisoverdracht, noemt het rapport ook het versterken van toezicht en handhaving, en het uitbreiden van de keuren met ecologische beoordelingscriteria en regels voor goed beheer van sloten, oevers en perceelranden. “Het is natuurlijk aan de regionale waterbeheerder om eigen keuzes te maken, maar meer aandacht voor het toezicht en eventuele uitbreiding van de regels in de keur zijn beschikbare instrumenten om grenzen te stellen.”

Van der Wijngaart benadrukt dat emissies vanuit de landbouw een belangrijke, maar niet de enige factor voor de waterkwaliteit is. “Het is, ook in de gesprekken rond de gebiedsprocessen, belangrijk om te kijken naar het totale plaatje, bijvoorbeeld niet alleen naar stikstof, maar ook naar fosfor. Het gaat om systeembegrip en deze inventarisatie is ook bedoeld om daar een bijdrage aan te leveren."

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.