Onderzoekers van de Radboud Universiteit gaan een rekenmodel ontwikkelen om de impact van medicijnen in het riool op het waterleven te voorspellen. Het onderzoek daartoe start morgen met het nemen van de eerste monsters van riool- en oppervlaktewater op verschillende locaties in Nijmegen.
Met het rekenmodel moeten de schadelijke effecten van stoffen als medicijnen en industriële stoffen voorspeld kunnen worden op het aquatische leven in oppervlaktewater. De universiteit in Nijmegen trekt in het onderzoek samen op met het RIVM en onderzoeksinstituut Deltares. Ad Ragas, milieukundige aan de Radboud Universiteit leidt het onderzoek.
Hij motiveert waarom het model ontwikkeld wordt: “Het blijkt lastig om grip te krijgen op deze stoffen. Het huidige beleid is namelijk erg reactief: we signaleren de problemen die deze middelen kunnen veroorzaken pas als het te laat is. Met dit instrument kunnen we uiteindelijk samen met beleidsmakers en andere belangengroepen van tevoren al bepalen welke maatregelen wenselijk zijn als een bepaalde stof ergens gebruikt gaat worden.”
Diclofenac
De milieukundigen van de universiteit gaan kijken naar het gebruik van 25 stoffen op verschillende locaties in Nijmegen. Voorbeelden van stoffen zijn diclofenac (pijnstiller) en benzotriazole, dat voorkomt in vaatwastabletten. De onderzoekers gaan meten hoeveel van deze stoffen daadwerkelijk in het Nijmeegse riool- en oppervlaktewater voorkomen wat er met de stoffen in het riool gebeurt.
“Deze 25 stoffen hebben we gekozen om het chemische spectrum te kunnen afdekken, maar ook omdat het stoffen zijn waar onze samenwerkingspartners, waaronder de gemeente Nijmegen, Waterschap Rivierenland, provincie Gelderland en het Radboudumc, in geïnteresseerd zijn”, aldus Ragas. “We kunnen een redelijk goede inschatting maken van de middelen die vanuit het ziekenhuis in het riool terechtkomen, doordat de administratie hier goed wordt bijgehouden. Maar het wordt vooral een uitdaging om het gebruik van stoffen in woonwijken in te schatten.”
Sponzen
Het onderzoek begint morgen. In de woonwijken Hatert en Zwanenveld, het industriegebied Westkanaaldijk en de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Weurt worden sponzen in water geplaatst op diverse locaties. Ze blijven een tot zes weken hangen, waarna onderzoekers bepalen welke stoffen de sponzen bevatten. In het voorjaar en najaar van 2020 zullen de metingen worden herhaald.
Het onderzoek naar het rekenmodel is onderdeel van een groter project dat uit twee poten bestaat. In het andere deel kijken onderzoekers van de Wageningen Universiteit naar de effecten van diergeneesmiddelen in oppervlaktewater in landbouwgebieden.