Aanpassing aan klimaatverandering is urgent, want de huidige klimaatrisico’s hebben nu al grote invloed op het dagelijks leven van Nederlanders. Dat laat een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zien. Het PBL pleit ervoor dat het klimaatadaptatiebeleid sturend wordt voor beleidskeuzes voor de langere termijn die gekoppeld zijn aan grote investeringen. Het betreft ondere andere ruimtelijke inrichting, woningbouw, natuur, landbouw en watersysteem.
Door de klimaatverandering wordt het in hoog tempo warmer, natter én droger in ons land. Aan elke trend zijn eigen klimaatrisico’s verbonden. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de impact daarvan geïnventariseerd in het vandaag gepubliceerde rapport Klimaatrisico’s in Nederland: De huidige stand van zaken. Ook zijn hierin aandachtspunten voor het klimaatadaptatiebeleid vermeld (zie kader onderaan).
Opgave voor bestaande problemen vergroot
De publicatie geeft een beeld van een aantal belangrijke risico’s in het huidige klimaat (periode 1990-2022). Concreet gaat het om risico’s voor de waterveiligheid, -kwantiteit en -kwaliteit, gebouwde omgeving, mobiliteit, natuur, landbouw, gezondheid, cultureel erfgoed en rampen- en crisisbeheersing door de veiligheidsregio’s (zie figuur Klimaatrisico’s naar omvang). Ten opzichte van de vorige door de PBL gemaakte risicoanalyse uit 2015 zijn deze klimaatrisico’s toegenomen. Zij komen eerder en vaker voor en hebben grotere gevolgen.
Klimaatverandering vergroot bestaande problemen – zoals de slechte toestand van de natuur of funderingsschade aan gebouwen – en de grenzen van huidige klimaatadaptatiemaatregelen zijn in zicht, aldus het PBL. Er zijn nu al drie risico’s met een grote of onomkeerbare impact die vragen om keuzes: voor de gezondheid, de biodiversiteit en het nat archeologisch erfgoed.
Begin 2026 komt het planbureau met een tweede rapport dat zal gaan over de risico’s in het toekomstige klimaat. Deze studie is onder meer gebaseerd op de nieuwe klimaatscenario’s die het KNMI vorig jaar presenteerde. De twee rapporten zullen samen kennis opleveren voor de herijking van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie en de Deltabeslissingen in 2026.
Structurele keuzes nodig
Toekomstgericht klimaatadaptiebeleid is noodzakelijk en vraagt om structurele keuzes, stelt PBL-directeur Marko Hekkert in het voorwoord van het rapport. “Daarbij is klimaatadaptatie geen op zich zelf staand beleid, maar zou sturend moeten zijn in onder andere het ruimtelijk beleid, woningbouwbeleid, natuurbeleid en landbouwbeleid. Omdat Nederland intensief gebruikt wordt, raakt klimaatadaptatie vaak vele aspecten van de samenleving. Aanpassingen aan klimaatverandering zijn daardoor vaak complex en vragen om overkoepelende, structurele keuzes van politiek en beleid.”
Volgens Hekkert maken de in beeld gebrachte klimaatrisico’s duidelijk dat het klimaatadaptatiebeleid urgent is. “De conclusie is dat er regie van het Rijk nodig is om te zorgen dat adaptatiebeleid geïntegreerd wordt in alle beleidsvelden en op alle bestuurlijke niveaus. Zodat we ook in de toekomst in een gezonde samenleving en een goed functionerende leefomgeving kunnen blijven genieten van onze woonomgeving, natuur, erfgoed, voldoende drinkwater én onze voeten droog kunnen houden.”
Meer sterfgevallen door hitte en droogte
Het PBL heeft de analyse mede opgesteld aan de hand van een inventarisatie en risico-inschatting door diverse kennisinstellingen. Het betreft Deltares, KNMI, KWR, Nederlands Instituut Publieke Veiligheid, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, RIVM, TNO, Wageningen Environmental Research en Wageningen Univerity & Research.
Zo blijken hitte en droogte een duidelijk effectte hebben op de gezondheid. Er worden meer mensen ziek en er zijn ook meer sterfgevallen. Hiernaar heeft het RIVM onderzoek gedaan.
Het best onderbouwde effect van klimaatverandering op gezondheid is volgens het rijksinstituut het aantal extra sterfgevallen door de hogere gemiddelde jaartemperatuur: gemiddeld 250 doden per jaar. Daarnaast zijn er meer hittegolven, die langer duren en heter zijn. Hierdoor overlijden jaarlijks ruim 100 mensen meer dan normaal.
Het RIVM wijst erop dat bepaalde infectieziekten zoals legionellose nu vaker voorkomen door de klimaatverandering. De Legionella-bacterie vermeerdert zich in warm water en kan via nevel worden ingeademd. Dat gebeurt bijvoorbeeld als het na een warme en droge periode hard regent.
Nat archeologisch erfgoed in gevaar
Bij nat archeologisch erfgoed is ook sprake van een klimaatrisico met grote impact waar nu al keuzes nodig zijn volgens het PBL-rapport. Valt dit erfgoed droog, dan verdwijnt het permanent. Denk bijvoorbeeld aan resten van hout, leer of textiel uit de Romeinse tijd of de Middeleeuwen die normaal onder water staan. Verlaagde grondwaterstanden als gevolg van droogte kunnen hieraan onomkeerbare schade toebrengen.
Het PBL noemt verder schade aan de natuur door hitte en droogte. Er is een negatieve impact op de biodiversiteit, met name als het gaat om koudeminnende planten- en diersoorten.
Het risico op overstroming vanuit zee, grote rivieren en meren wordt door het PBL eveneens geschaard onder huidige klimaatrisico’s met een grote of onomkeerbare impact. De kans is wel erg klein. Vanaf 2017 gelden er nieuwe normen voor de waterveiligheid, die uiterlijk in 2050 moeten zijn gehaald. De voortgang van de dijkversterking verloopt echter trager dan van tevoren is ingeschat, aldus het PBL. De dijkversterkingsopgave blijkt ook groter en aanzienlijk duurder te zijn.
Nodige risico’s in middencategorie
Behoorlijk wat klimaatrisico’s vallen in de huidige situatie in een middencategorie (minder grote impact). Het PBL wijst er bijvoorbeeld op dat extreme weersituaties regelmatig hebben geleid tot lagere opbrengsten in de landbouw en schade aan gebouwen en infrastructuur. Overstroming vanuit regionale wateren wordt ook genoemd. De omvang hiervan is vaak een stuk kleiner dan die van een overstroming vanuit het hoofdwatersysteem.
In de recente perioden van droogte kwam de drinkwatervoorziening sterk onder druk te staan, mede omdat er dan een flinke vraag naar drinkwater is. Vanwege prioriteringsregels kon nog net worden voldaan aan de levering, wordt opgemerkt in het rapport. Hierdoor konden echter niet alle andere gebruikers van het water overal en altijd van voldoende water worden voorzien, met extra schade aan natuur en landbouw tot gevolg.
Er zijn ook diverse huidige klimaatrisico’s met een lagere, omkeerbare impact en lokale overlast. Voorbeelden zijn de extra kosten die onder andere drinkwaterbedrijven moeten maken door meer droogte en het vaker voorkomen van wateroverlast door lokale, extreme neerslag.
AANDACHTSPUNTEN VOOR HET BELEID
Het Planbureau voor de Leefomgeving komt pas in het rapport van begin 2026 met een uitgebreide analyse van het klimaatadaptatiebeleid. Het PBL noemt nu al wel een aantal aandachtspunten voor dit beleid:
- Er zijn concrete doelen nodig voor een effectief klimaatadaptatiebeleid. Dit geldt voor alle (beleids)sectoren die zich moeten aanpassen aan gevolgen van klimaatverandering.
- Klimaatverandering versterkt tot nu toe vooral bestaande problemen, zoals de slechte toestand van de natuur en funderingsschade aan gebouwen. Hierdoor vergroot de opgave voor deze problemen. Om verdere verslechtering te voorkomen, is het aan te raden adaptatiebeleid te versnellen en keuzes en uitvoering naar voren te halen.
- Er is een kans op een mismatch tussen de snelheid van adaptatie en het tempo van klimaatverandering. Veel maatregelen voor klimaatadaptatie vergen tijd. Daarom zijn nu of op korte termijn al keuzes nodig over hoe Nederland wil omgaan met toegenomen klimaatrisico’s.
- De bestaande maatregelen voor klimaatadaptatie lopen soms tegen grenzen aan en vragen om heroverweging. Zo is er een integrale afweging van waterbeheer voor alle sectoren nodig vanwege de toename van droogte, de stijging van het waterverbruik en de afhankelijkheid van water om schade door klimaatrisico’s te beperken.
- Aandacht voor combinaties en keteneffecten is nodig. Anders bestaat het risico van onderschatting van klimaatrisico’s.
- Adaptatiebeleid is in ontwikkeling, maar nog niet altijd concreet en toekomstgericht uitgewerkt. Voor een aantal klimaatrisico’s zoals overstromingen en wateroverlast staan het beleid en de bijbehorende maatregelen al op de rails. Maar de aanpassingen die gemaakt worden voor risico’s van hitte, droogte en wateroverlast door piekbuien zijn vaak beperkter.
- Afwegingen voor klimaatadaptatie zijn vaak complex. Ook hebben ze een lange doorlooptijd.
- Houd rekening met veerkracht van samenleving, want hierbij gelden andere afwegingen dan de potentiële omvang van klimaatrisico’s. Het meenemen van sociale aspecten kan het draagvlak voor (snelle) adaptatie vergroten.
- Regie van het Rijk is noodzakelijk voor risico’s die raken aan meerdere belangen en aan opgaven rondom ruimtelijke inrichting, waterbeheer en infrastructuur. Dat zorgt voor integratie en consistentie van klimaatadaptatie in al het beleid. Verder gevraagd: gecoördineerde acties van en samenwerking tussen Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten.
- Een toekomstgerichte, robuuste klimaatadaptatie vraagt om overkoepelende structurele keuzes. Hiervoor is regie van het Rijk nodig.
- Toekomstbestendige keuzes vragen nu om een sturende rol van klimaatadaptatie. Concreet gaat het onder andere om de woningbouwopgave, de structurende keuzes in het landelijk gebied en de grote keuzes ten aanzien van het watersysteem. Door klimaatadaptatie bij zulke opgaven leidend en structurerend te laten zijn, kunnen klimaatrisico’s worden verminderd en kan er worden toegewerkt naar toekomstbestendige oplossingen.