Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stelt versneld geld beschikbaar voor onderhoud en vervanging van rijksinfrastructuur. Dit is onder meer bedoeld voor het opknappen van verouderde bruggen, tunnels en sluizen en het baggeren van grote rivieren. Ook wordt de komende jaren 200 miljoen extra geïnvesteerd in klimaatadaptatie en de aanpak van droogte.
Er wordt in totaal 1,9 miljard euro versneld ingezet voor het onderhoud en de vervanging van wegen, spoor, vaarwegen en dijken. “Hiermee investeren we niet alleen in betere bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid, maar bieden we ook onze bouwsector zicht op werk in deze moeilijke economische tijden”, aldus het ministerie over deze maatregel die vanmiddag op Prinsjesdag is bekendgemaakt.
In 2019 was er het nodige te doen over de toestand van de Nederlandse infrastructuur. De Algemene Rekenkamer uitte forse kritiek op de onderhoudsachterstand van bruggen en sluizen. Vervolgens lieten minister Cora van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat tijdens de vorige Prinsjesdag weten dat ruim 2,6 miljard euro uit het Infrastructuurfonds apart zou worden gezet voor het onderhoud aan wegen, waterwegen en spoor. Een groot deel van dit bedrag wordt nu eerder uitgegeven met als devies: versnellen waar het kan.
Eerder uitvoeren van gepland onderhoud
Zo’n 1,4 miljard euro gaat naar het spoor. Het resterende bedrag van ruim een half miljard is beschikbaar voor eerder dan gepland onderhoud aan rijksinfrastructuur. Volgens het ministerie komt dit bedrag bovenop de extra 265 miljoen euro die al is uitgetrokken voor het onderhoud van verouderde bruggen, tunnels en sluizen. Deze zijn in de decennia na de Tweede Wereldoorlog gebouwd en toe aan een opknapbeurt.
Het is op wegen en vaarwegen alweer bijna net zo druk als voor het uitbreken van de coronacrisis, zegt Van Nieuwenhuizen. “Dus zorgen we ervoor dat de infrastructuur er beter voor staat wanneer de economie straks weer aantrekt. Door waar het kan onderhoud versneld uit te voeren, willen we oponthoud bij bruggen en sluizen zoveel mogelijk voorkomen.”
Rijkswaterstaat is al in gesprek met de bouwsector over welke werkzaamheden op korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Zo is het de bedoeling dat het baggeren van grote rivieren als de Nederrijn-Lek, de Bovenrijn-Waal en de Twentekanalen eerder plaatsvindt. Ook enkele autowegen worden snel aangepakt.
Cofinanciering van aanpak van droogte en klimaatadaptatie
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt de komende jaren 200 miljoen euro extra uit voor de cofinanciering van maatregelen in verband met droogte en klimaatadaptatie. Dit geld wordt gebruikt om samen met waterschappen, provincies en gemeenten de belangrijkste problemen met zowel watertekorten als wateroverlast aan te pakken. Van Nieuwenhuizen: “Er zijn langere perioden van droogte en ook vaker hevige buien met wateroverlast als gevolg. Beschermen tegen water was ons motto, nu moeten we ook kampioen water vasthouden worden.”
Versnelling nodig bij Deltaprogramma
Vandaag is ook het Deltaprogramma 2021 met de titel Koersvast werken aan een klimaatbestendig klimaat verschenen. Hierin staat een reeks van maatregelen op het gebied van waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie. In het nieuwe Deltaprogramma zijn de uitkomsten van de eerste zesjaarlijkse herijking van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën verwerkt. De ingezette koers is goed maar bij de uitvoering moet het tempo omhoog, is de conclusie. De noodzaak hiervan wordt aangetoond door opeenvolgende jaren met perioden van droogte en hitte en vele hoosbuien.
Het credo van het herijkte Deltaprogramma 2021 is daarom: versnellen en intensiveren om de doelstellingen voor waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie in 2050 te halen. Voor de uitvoering van zoetwatermaatregelen is vanuit het Deltafonds 100 miljoen euro extra beschikbaar in de periode 2022 - 2027, bovenop de 150 miljoen euro die al is gereserveerd. Inclusief de bijdragen vanuit de regio's gaat er ruim 800 miljoen euro naar het pakket van zoetwatermaatregelen.
Eind 2021 definitief NWP
In de toelichting op de begroting 2021 van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt gemeld dat in december 2021 de publicatie van het definitieve Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP) is voorzien. Het NWP beschrijft de nationale doelen op allerlei terreinen binnen het waterbeleid en brengt daarmee samenhang aan. Ook laat het programma de raakvlakken zien tussen het waterbeleid en andere thema’s als landbouw, natuur, bodem en ondergrond, energie en woningbouw.
De voorbereidingen zijn gestart voor de derde tranche (2022-2027) van het verbeterprogramma in het kader van de Kaderrichtlijn Water. De regionale besluitvorming heeft vertraging opgelopen vanwege de coronacrisis. De inspraak op de ontwerp-stroomgebiedbeheerplannen als onderdeel van het NWP start in maart 2021, drie maanden later dan eerder gepland. Deze inspraakperiode duurt zes maanden. De definitieve plannen zullen in het eerste kwartaal van 2022 worden vastgesteld. Hierin staat hoe de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater nu is, waarom en waar doelen nog niet worden gehaald en wat daaraan wordt gedaan.
Reactie Unie van Waterschappen
De Unie van Waterschappen vindt het positief dat het kabinet heeft gekozen voor investeren in plaats van bezuinigen om de economische gevolgen van de coronacrisis het hoofd te bieden. Er wordt gewezen op de reservering van 200 miljoen euro extra voor droogteaanpak en klimaatadaptatie en 5 miljard euro voor stikstofmaatregelen. Unie-voorzitter Rogier van der Sande noemt deze crisisaanpak heel verstandig.
“De waterschappen zijn blij met deze Rijksinvesteringen en zetten samen met gemeenten en provincies in op betere en efficiëntere samenwerking om deze grote maatschappelijke opgaven als één overheid op te pakken. Zelf investeren de waterschappen de komende jaren meer dan ooit tevoren, namelijk ruim 1,7 miljard euro per jaar in projecten voor sterkere dijken, betere waterhuishouding en schoon water. Hiermee geven we een impuls aan de waterbouw in Nederland en dragen we eraan bij om groen uit deze crisis te komen”, aldus Van der Sande.
“Als de noodzakelijke solidariteit tussen jong en oud ergens gestalte krijgt, dan wel rond deze twee thema’s. De uitwerking en uitvoering van beide akkoorden vraagt een lange adem…. Het perspectief van het klimaatakkoord en de klimaatwet is een vermindering van de CO2-uitstoot met minimaal 49 procent in 2030, op weg naar een klimaatneutraal Nederland in 2050. Later dit najaar verschijnt de eerste Klimaatnota. Voor komend jaar zitten er verschillende maatregelen in het vat, zoals een CO2-heffing voor de industrie, een kleiner aandeel van kolencentrales in de elektriciteitsproductie en maatregelen om de circulaire economie, waarin afval weer grondstof wordt, te stimuleren.”
De stikstofkwestie kwam eveneens aan bod in de troonrede. Koning Willem-Alexander: “Met een bedrag van 5 miljard euro wil de regering de komende jaren de problemen rond stikstof aanpakken. Het geld dat nu beschikbaar komt, kan onder andere worden ingezet voor natuurherstel en de aanpassing van stallen. Dat is nodig voor de natuur, waarvan we allemaal genieten en die we moeten koesteren voor later. Het is nodig voor een gezonde en innovatieve toekomst van de Nederlandse landbouwsector, die ook in tijden van crisis zorgt voor een betrouwbare voedselvoorziening. En het is nodig om ruimtelijke ontwikkelingen in de sfeer van woningbouw en infrastructuur mogelijk te maken.”
MEER INFORMATIE
Ministerie van IenW over extra investeringen
Toelichting op herijkt Deltaprogramma 2021
Begroting 2021 ministerie van IenW (PDF)
Online publicatie Deltaprogramma 2021
Reactie Unie van Waterschappen
Informatie en documenten Prinsjesdag 2020