De uitvoering van de maatregelen voor ecologische waterkwaliteit in de tweede tranche van het KRW-verbeterprogramma ligt op schema, aldus de KRW jaarrapportage 2018 van Rijkswaterstaat. Voor veel projecten begint nu de uitvoering. Samenwerking staat hierbij centraal.
Rijkswaterstaat legt jaarlijks verantwoording af over hoe gaat met het verbeterprogramma in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit programma ging in 2009 van start en loopt tot en met eind 2027. De KRW jaarrapportage 2018 bevat naast cijfers over resultaten en financiën ook verschillende verhalen over samenwerkingsprojecten met andere partijen.
“Samen met partners is de enige manier om de uitvoering van de KRW-maatregelen goed af te ronden”, zegt David Nieuwenhuis, strategisch omgevingsmanager bij het landelijke KRW-team van Rijkswaterstaat dat verantwoordelijk is voor de publicatie. “De samenwerking staat goed in de steigers, maar de ‘finishing touch’ moet nog plaatsvinden. Daar hebben we nog even de tijd voor.”
Nieuwenhuis noemt als goede voorbeelden van samenwerking onder meer het project Demen-Dieden, het getijdepark in de Schiedamse Wilhelminahaven en de natuurontwikkeling langs de IJssel in Cortenoever. Bij Demen-Dieden gaan ecologisch herstel en waterveiligheid hand in hand, vertelt Nieuwenhuis. “Op deze plek in de gemeente Oss werken we met Natuurmonumenten samen om een mooi natuurgebied te creëren. De Maas wordt hier teruggebracht naar een natuurlijk ingerichte rivier.”
Zeshonderd maatregelen
Rijkswaterstaat voert het KRW-verbeterprogramma uit in drie planperiodes - tranches genoemd - van ieder zes jaar. In totaal worden zo’n zeshonderd maatregelen genomen voor de verbetering van de ecologische waterkwaliteit. Het gaat onder andere om de aanleg van geulen en natuurvriendelijke oevers, het inrichten van wetlands en het plaatsen van vispassages.
De tweede tranche is gestart in 2016 en duurt tot met eind 2021. Er staan 242 maatregelen op stapel, met een budget van 251 miljoen euro. Eind 2018 was 30 procent van de maatregelen uitgevoerd - vooral onderzoeken -, terwijl 20 procent zich in de planvormingsfase bevonden en 50 procent in de uitvoeringsfase. Deze voortgangsresultaten zijn in lijn met de verwachtingen, meldt Rijkswaterstaat in de jaarrapportage.
“Wij zijn vorig jaar op stoom gekomen”, licht Nieuwenhuis toe. “In de eerste drie jaar van de tweede tranche hebben we maatregelen vooral voorbereid, nu gaat de uitvoering beginnen. De meeste projecten vinden plaats in Oost- en Zuid-Nederland, onder meer langs de Maas.” De aanleg van geulen en wetlands verkeert volgens Nieuwenhuis vaak nog in de planfase. “Dat zijn de grootste ingrepen die we doen. Ik verwacht dat de meeste van deze maatregelen in 2020 in uitvoering gaan.”
Een aantal ontwikkelingen gaat volgens Nieuwenhuis sneller dan was voorzien, zoals het aantal vispassages en natuurvriendelijke oevers dat in de tweede tranche al is bewerkstelligd. Anderzijds blijken sommige projecten weer wat lastiger te realiseren. “Het gaat om vrij ingrijpende maatregelen waarbij veel omgevingspartijen zijn betrokken. Dan kunnen de voorbereidingen wat langer duren dan gedacht, maar dat proces moet je wel met zijn allen door voor een goed resultaat.”
Effecten lastig te voorspellen
Lukt het om binnen het budget te blijven? Nieuwenhuis: “Ja, dat lukt ons heel aardig bij dit soort werk. De eerste tranche is vorig jaar met de financiële goedkeuring afgerond. We hadden nog een paar miljoen euro over. Dat bedrag is doorgeschoven naar de tweede tranche.”
Nieuwenhuis ziet als grootste uitdaging bij de uitvoering van het KRW-verbeterprogramma het goed inschatten van de effecten van individuele maatregelen en de combinatie daarvan. “Deze effecten blijken toch moeilijk te voorspellen. Ze hebben ook nog een na-ijleffect. Zo duurt het bij een geul wel een tijd voordat het waterkwaliteitsdoel hiervan is gehaald. Het is daarom belangrijk om maatregelen goed op elkaar af stemmen.”
Moeilijke projecten opgepakt
Wordt het bereiken van de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 geen lastig verhaal? Nieuwenhuis vindt het halverwege het verbeterprogramma te vroeg voor uitspraken daarover. “Zoals gezegd, de effecten van KRW-maatregelen zijn moeilijk te voorspellen en iedereen weet dat. Rijkswaterstaat is voor een deel verantwoordelijk voor de uitvoering van alle KRW-maatregelen en dat ligt op schema. In de eerste tranche ging het nog vooral om laaghangend fruit. Op dit moment pakken we ook moeilijke projecten op.”
Al doende wordt er volgens Nieuwenhuis veel geleerd. “Wij kunnen op een gegeven moment bijsturen, als dat nodig is. Daar is ruimte voor, ook in Europees verband. Het is echter zaak om er voorzichtig mee om te gaan. We houden ons nu bezig met de KRW-maatregelen die zijn vastgelegd en gaan die gewoon goed uitvoeren.”
MEER INFORMATIE
Online versie KRW jaarrapportage 2018
Nieuwsbericht Rijkswaterstaat over jaarrapportage
Hoe moet het verder met de Kaderrichtlijn Water? (Magazine H2O)