Bij een grote overstroming van het hoofdwatersysteem komt de drinkwatervoorziening in de knel. Dat geldt niet alleen voor het overstroomde gebied, maar ook daarbuiten. Deze conclusie trekt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu op basis van een impactanalyse.
Het RIVM kijkt in de vandaag gepubliceerde studie naar wat er met de drinkwatervoorziening gebeurt, als delen van het Nederlandse hoofdwatersysteem - Noordzee, IJsselmeergebied en grote rivieren - volledig overstromen. Dan moeten de drinkwaterbedrijven in een overstroomd gebied de productie van drinkwater staken. Het kan tevens betekenen dat zo’n bedrijf geen water kan leveren aan bewoners van gebieden die niet zijn overstroomd. Het RIVM vermeldt in de impactanalyse wanneer welke pompstations overstromen.
Drinkwaterbedrijven in niet getroffen gebieden zullen tijdelijk extra drinkwater produceren, vooral in de gebieden waar geëvacueerden worden opgevangen. Er kan regionaal een knelpunt ontstaan als veel mensen in hetzelfde gebied worden opgevangen. Dan wordt de extra drinkwaterproductie gecombineerd met een oproep om zuinig met drinkwater om te gaan.
Scenario’s van Deltaprogramma
Het rijksinstituut is bij deze analyse uitgegaan van de overstromingsscenario’s van het Deltaprogramma uit 2015. Voor het kustgebied gaat het om zeer zware langdurige noordwesterstorm in combinatie met springtij en voor het rivierengebied om wekenlange extreme regenval in het stroomgebied van Rijn en Maas.
Als een van beide gebieden volledig overstroomt, worden ongeveer 3,5 miljoen mensen getroffen. Het aantal getroffenen bij het kustscenario is nu vooral verdeeld over de verzorgingsgebieden van Dunea, Evides, PWN, Vitens en Waternet. Treedt het rivierenscenario op, dan gaat het voornamelijk om de voorzieningsgebieden van Vitens.
Het overstromingsscenario voor het overgangsgebied gaat uit van het samengaan van zware noordwesterstorm en hoge rivierafvoeren. Rivieren overstromen omdat de kustwering wordt gesloten, waardoor delen van Zuid-Holland, West-Brabant en Utrecht onder water komen te staan. Volledige overstroming treft dan 1,7 miljoen mensen. Dat scenario zou op dit moment vooral gevolgen hebben voor Evides en Oasen.
Zeer kleine kans
De kans dat deze scenario’s van volledige overstroming zich zullen voordoen, is echter slechts een keer in een miljoen jaar. Volgens het RIVM bestaan er ook realistischere scenario’s. Hierin is de kans op een overstroming eens per duizend tot eens per honderdduizend jaar, afhankelijk van de locatie en de oorzaak.
Veiligheidsregio's en drinkwaterbedrijven zullen deze kleinschaliger overstromingsscenario's gebruiken om te komen tot regionale impactanalyses, merkt het instituut op. Hiermee kunnen zij bepalen welke maatregelen nodig zijn om de invloed van een overstroming op de drinkwatervoorziening te verminderen.
Aandacht voor risicocommunicatie
Het RIVM beveelt de veiligheidsregio’s aan om in samenwerking met drinkwaterbedrijven en waterschappen de landelijke impactanalyse nader uit te werken op regionaal niveau. De rijksoverheid wordt geadviseerd om aandacht te besteden aan de risicocommunicatie in het kader van overstromingen. Burgers kunnen bijvoorbeeld worden opgeroepen om zelf in een zekere mate te voorzien in primaire levensbehoeften als drinkwater.
Ook pleit het RIVM ervoor dat de rijksoverheid onderzoek doet naar de noodzaak van het opzetten van een nooddrinkwatervoorziening aan de randen van overstroomde gebieden, dus waar het droog is. Dan kan van daaruit zo nodig drinkwater worden gedistribueerd in een overstroomd gebied tijdens de eerste dagen wanneer nog niet iedereen is geëvacueerd.
MEER INFORMATIE
RIVM over impactanalyse
Rapport van RIVM