secundair logo knw 1

De rode Amerikaanse rivierkreeft, een van de exoten waar de waterschappen mee worstelen. Foto STOWA

Uitgebreid onderzoek van STOWA en een aantal andere instanties naar de rode Amerikaanse rivierkreeft heeft nog weinig concreets opgeleverd. De onderzoekers hoopten op inzicht in het gedrag van de ongewenste indringer om daarmee de populatie te kunnen beheersen, maar dat blijft raadselachtig.

De opmars van exotische rivierkreeften in ons land, en dan vooral de rode Amerikaanse, veroorzaakt nogal wat problemen bij het waterbeheer. De dieren eten waterplanten op, waardoor de waterkwaliteit verslechtert, ze veroorzaken bagger en ze brengen schade toe aan oevers en waterkeringen. Succesvolle bestrijdings- of beheermethoden zijn er nog niet.

Kenniscentrum STOWA is daarom begin dit jaar samen met een aantal waterschappen, de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) en de Provincie Noord-Holland een landelijk onderzoek begonnen. Dat moest zicht bieden op de relaties tussen het soort omgeving waarin de rode Amerikaanse rivierkreeft bij voorkeur verblijft, zodat kan worden ingegrepen.

Uit de voorlopige resultaten zijn deze relaties niet gebleken, zo meldt STOWA nu alvast. Het definitieve rapport wordt begin volgend jaar verwacht.

Weinig kieskeurig
In het onderzoek is op 138 locaties in vooral West-Nederland gekeken hoe vaak de rode Amerikaanse rivierkreeft hier voorkomt en wat de kenmerken van het gebied zijn. Dan gaat het om soorten waterplanten, talud, oevertype, dikte van de sliblaag, beheer, voedselrijkdom van water en bodem en aanwezigheid van predatoren. Vervolgens zijn statistische analyses uitgevoerd om mogelijke verbanden te ontdekken.

De algehele conclusie is dat de rode Amerikaanse rivierkreeft weinig kieskeurig is voor wat betreft zijn woongebied en voedsel. De verwachting was dat bijvoorbeeld de hoeveelheid waterplanten, de waterkwaliteit of de wijze van beheer bepalend zouden zijn, maar die verbanden zijn niet gevonden.

Mogelijkheden om het watersysteem aan te passen op zo’n manier dat de kreeften er niet meer kunnen komen of het minder prettig vinden, zien de onderzoekers dan ook niet. ''Het handelingsperspectief voor bestrijding of beheer van de rode Amerikaanse rivierkreeft is vrijwel afwezig’’, concluderen ze.

Wegvangen
Het wegvangen van kreeften als beheersmaatregel lijkt daarom de enige optie. ''Of deze maatregel uitvoerbaar is en effectief kan zijn, is nog onderwerp van onderzoek en van discussie.’’

Bij Waternet loopt al langer onderzoek naar het wegvangen van kreeften in de Molenpolder. De Good Fish Foundation, NetVISwerk en Wageningen University & Research gaan, afhankelijk van een subsidie van het ministerie van LNV, mogelijk ook onderzoek doen naar het wegvangen van kreeften. Bij dit initiatief is tevens de Unie van Waterschappen en een aantal waterschappen betrokken.

Ook zal er een maatschappelijke-kosten-batenanalyse worden uitgevoerd door HHSK en Waternet, met STOWA als opdrachtgever, waarbij kosten en baten voor het wegvangen van kreeften zullen worden afgewogen.

 

MEER INFORMATIE
Informatie over het onderzoek
Samenvatting literatuurstudies uitheemse rivierkreeften
Eerder bericht over het onderzoek

 
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Prachtplan Jos ! Nog een argument voor: grondwater is minder kwetsbaar dan oppervlaktewater in tijden van oorlogsdreiging. 
Plan B ja de Haakse zeedijk voor de kust van Nederland maar zelfs ook Belgie en Denemarken!
De grootste veroorzaker van de kostenstijgingen op water, energie en brandstof is de Rijksoverheid. De aandacht kan beter daar op gevestigd worden. De verhoging door de investeringen voor de drinkwaterleidingen is marginaal. Wel een verdiept in de belasting op leidingwater (voor kleingebruikers tot 300m3) van 0,5 EURO per m3? 
Om het helemaal compleet te maken neem ik aan dat beide heren met een zeilboot uit 1624 naar Nederland zijn gekomen om de CO2 voetprint niet teveel te verhogen.