De partijen die samenwerken in de waterketen in de regio Noordelijke Vechstromen hebben hun samenwerking geïntensiveerd met een nieuw bestuursakkoord voor 2017 tot 2020.
Het bestuursakkoord werd op donderdag 26 januari ondertekend. Deelnemende partijen zijn waterschap Vechtstromen, waterleidingbedrijf WMD en gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hardenberg en Ommen.
Het vorige bestuursakkoord, dat in 2013 werd ondertekend, heeft een structurele besparing van 4 miljoen euro opgeleverd, vertelt Gerard Hoogerkamp, manager van het uitvoeringsprogramma dat aan het bestuursakkoord is gekoppeld. “In ons nieuwe akkoord ligt de focus minder op kostenbesparing en meer op duurzaamheid en kwaliteit. We verwachten overigens wel dat het uitvoeringsprogramma met zeventien projecten zal leiden tot verdere besparingen.”
Met intensieve samenwerking en doordacht beleid valt veel winst te behalen, hebben de partijen afgelopen jaren al gemerkt. Hoogerkamp: “Denk aan het vervangen van de riolering. Daarbij gaan we niet meer uit van een standaard levensduur, maar kijken we naar de functionaliteit van de bestaande riolering. Op veel plekken kun je de vervanging uitstellen als de riolering nog prima is. Ook het gemalenbeheer doen we veel bewuster. Voorheen gingen we ervan uit dat alles prima was zolang de rode lamp niet brandde, tegenwoordig kijken we bijvoorbeeld ook of een gemaal niet onterecht maalt. Daarmee verlengen we de levensduur.”
Burgers en bedrijven gaan als het goed is “helemaal niets” van het bestuursakkoord merken, zegt Hoogerkamp. “De kwaliteit die de samenwerkende partijen leveren op het gebied van het afvoeren van afvalwater en het aanleveren van drinkwater, blijft minimaal op hetzelfde niveau en wordt wellicht beter. Door intensieve samenwerking hopen we vooral dat burgers en bedrijven ‘minder meer’ gaan betalen. En natuurlijk zetten we in op duurzaamheid en houden we nieuwe ontwikkelingen in de gaten. Als onderdelen van de waterketen vervangen moeten worden, zoals de riolering in het buitengebied, zullen we altijd kijken of er redenen en mogelijkheden zijn om dan anders te doen dan op de traditionele manier.”