STOWA, samen met en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, laat de aanwezigheid van PFAS in het afvalwater onderzoeken. Via metingen bij rwzi’s en een slibverwerker moet een landelijk beeld worden geschetst van de concentraties PFAS in zowel het binnenkomende als het gezuiverde afvalwater en het zuiveringsslib.
De chemische stoffen waarvoor PFAS als verzamelnaam wordt gebruikt, met de GenX-stoffen als bekend voorbeeld, komen niet van nature voor in het milieu. Ze worden gebruikt in veel producten en industriële processen en kunnen een negatief effect hebben op milieu en gezondheid. PFAS is te vinden in het oppervlaktewater, bodem en bagger. Over de aanwezigheid in afvalwater en zuiveringsslib is nog weinig bekend.
Volgens Cora Uijterlinde, programmamanager afvalwatersystemen bij Stowa, laten de tot nu toe bekende metingen zien dat PFAS overal aanwezig is, maar de hoeveelheid sterk uiteenloopt. “We vermoeden dat de aanwezigheid van industrie in de buurt van een zuivering van invloed is. Daarom gaan we op verschillende plekken metingen verrichten: van zuiveringen te midden van industrie tot zuiveringen die alleen huishoudelijk afvalwater verwerken. Zo krijgen we een beter beeld.”
Afstemming
Niet alleen de locatie van de metingen, maar ook de wijze van monstername krijgt veel aandacht, zegt Uijterlinde. “Om PFAS goed te kunnen meten, hebben we aanvullende maatregelen moeten nemen. Dat geldt ook voor de afstemmingen met de metingen die nu overal gericht worden om COVID-19 vast te stellen.”
De metingen worden op dit moment verricht en in de loop van 2021 hoopt STOWA de resultaten te presenteren. Uijterlinde: “We zullen het influent, effluent en zuiveringsslib van acht rwzi’s bemonsteren en analyseren. Zo willen we achterhalen welke PFAS waar worden aangetroffen en hoeveel precies. Ook willen we wat meer duidelijkheid krijgen over de vraag of en in hoeverre PFAS wordt verwijderd tijdens de zuivering en wat er achterblijft in het slib.”