Samen met agrariërs in de Gelderse Vallei heeft Waterschap Vallei en Veluwe de afgelopen drie jaar stappen gezet richting een duurzamer bodem- en watersysteem. Dat gebeurde in het kader van de Regio Deal Foodvalley. De eerste bevindingen liggen nu op tafel.
Alleen als beleidsmakers, agrariërs en kennisinstellingen samen leren, experimenteren en deel uitmaken van ‘lerende netwerken’, komt een duurzaam bodem- en watersysteem dichterbij, zo luidt de conclusie in de whitepaper waarin verslag wordt gedaan.
"Wij als waterschap hebben heel veel belang bij goed bodembeheer", zegt projectleider Andrea Swenne van Vallei en Veluwe. "En de boeren ook, want dat zorgt voor meeropbrengst. Daar vinden wij elkaar."
In de Regio Deal Foodvalley werken negen partners samen aan de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. Als een van die partners is Vallei en Veluwe verantwoordelijk voor het ‘werkpakket’ Bodem- en waterkwaliteit. Dat betekent dat het waterschap, samen met belangenorganisatie LTO, letterlijk de boer op moest.
Het land op kruipen
"Voor ons was dat best zoeken", erkent Swenne. "Het is een andere rol, wij waren toch vooral de handhaver. We zijn het gesprek aangegaan om elkaar te vertrouwen. Want dat is nodig om de doelen te realiseren."
Goed bodembeheer is, aldus de whitepaper, de sleutel tot een toekomstbestendig waterbeheer. Een gezonde bodem helpt bij het vasthouden en zuiveren van water, maar ook bij het opslaan van koolstof, het tegengaan van hittestress, natuurlijke plaagbestrijding en het recyclen van voedingsstoffen.
Swenne: "We staan aan de vooravond van een bijzondere tijd, waarin keuzes gemaakt zullen moeten worden. Het is van het grootste belang dat wij vanuit die watergang het land op kruipen."
Pilots en cursussen
In de Foodvalley, grofweg het gebied tussen Ede-Wageningen en Nijkerk, zijn de afgelopen jaren praktische pilots op boerenbedrijven gehouden en is kennis gedeeld via cursussen en leertafels. Daaraan deden bijna honderd boeren mee.
Een van die pilots was ‘Slim doorzaaien kruidenrijk grasland’, met een speciale doorzaaimachine waarmee het intensief bewerken van de bodem werd vermeden. Boeren konden eenmalig een mengsel krijgen om in te zaaien, vertelt Swenne. "Zulke laagdrempelige acties helpen om bewustzijn te creëren voor het belang van goed bodembeheer."
Dat is misschien ook wel de belangrijkste winst tot nu toe, want voor duidelijke conclusies over bodem- en waterbeheer zijn de pilots te beperkt en te kortdurend. De partijen hopen het programma, dat tot eind volgend jaar loopt, daarom te kunnen uitbreiden met onder andere een ‘fieldlab’, maar daarvan is de financiering nog niet rond.
Wantrouwen
Ook willen ze het aantal boeren dat meedoet graag vergroten. "Dat is nog best lastig", zegt Swenne. "Er is veel wantrouwen naar de overheid. Maar we zien in dit proces wel dat het vertrouwen groeit. Daarom is dat gesprek zo ontzettend waardevol."