Waterschap Aa en Maas heeft een toegankelijk overzicht gemaakt van de ecologische streefbeelden voor waterlichamen in Oost-Brabant. Hierin hebben maatregelen met Bouwen met Natuur een prominente plek gekregen. De bedoeling is dat de publicatie zorgt voor kwaliteitsverbetering en tijdswinst bij inrichtingsprojecten.
Het boek heeft als titel Ecologische streefbeelden watersysteem. Er zijn vijftien ecologische streefbeelden opgenomen die gelden voor de verschillende soorten beken, riviertjes, meren, sloten en kanalen en tevens voor de ecologische verbindingszones in het werkgebied van Aa en Maas. Ook zijn onderhoudsbeelden uitgewerkt zoals ze in de praktijk moeten worden toegepast.
“Deze informatie presenteren we in het boek op een toegankelijke en prettig leesbare manier”, zegt Bart Brugmans, adviseur ecologie en waterkwaliteit bij waterschap Aa en Maas. “De streefbeelden per type waterlichaam en opgave zijn ook los te gebruiken als twee A4-tjes.” Ecologische collega’s bij andere waterschappen hebben hem al gevraagd om het boek te sturen. “Zij willen zoiets ook wel.”
Robuuste set van streefbeelden
De publicatie houdt verband met de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de periode tot en met 2027. “We hebben een robuuste set van streefbeelden opgesteld. Daarmee denken we in ieder geval de komende vijf jaar vooruit te kunnen.”
Aa en Maas staat volgens Brugmans voor een forse opgave bij de KRW. “Veel van onze wateren staan onder druk door de klimaatverandering en de voedselrijkheid van het water in Oost-Brabant. We hebben nog heel wat kilometers te gaan: zo’n 40 kilometer voor beekherstel en ongeveer 180 kilometer voor natuurvriendelijke oevers.”
Bij het maken van het overzicht hebben onlangs verschillende KRW-waterlichamen een andere typering gekregen. Brugmans: “Zo worden sommige beken nu aangeduid als een moerasbeek of juist als een sloot. Ook hebben we onder meer de opgave voor vismigratie geactualiseerd en maatregelen voor Bouwen met Natuur een prominente plek gegeven.”
Gebruikt voor inrichtingsprojecten
Aa en Maas gaat het streefbeeldenboek volop gebruiken bij inrichtingsprojecten. “De publicatie bevordert dat wij binnen het waterschap allemaal dezelfde taal spreken. Ook kunnen we de ecologische streefbeelden delen met externe partijen, zoals terreinbeherende organisaties en adviesbureaus die werken aan de planvorming.”
De streefbeelden zijn gevisualiseerd aan de hand van schetsen van onder andere de dwarsprofielen en bovenaanzichten van waterlichamen (zie figuur). Dat is volgens Brugmans handig voor een discussie over dilemma’s waarbij knopen moeten worden doorgehakt. “Het boek zorgt voor kwaliteitsverbetering en tijdwinst bij inrichtingsprojecten. Als een bepaalde ecologische eis niet haalbaar blijkt, kun je ook gemakkelijker opschalen naar een ambtelijk opdrachtgever of een bestuurder.”
Ecologische sleutelfiguren basis
De basis wordt gevormd door de ecologische sleutelfactoren die de waterschappen in STOWA-verband hebben opgesteld. “Beken moeten bijvoorbeeld stromen en de nutriëntenbelasting mag niet te hoog zijn. Een nieuwer inzicht is dat het beschaduwen van waterlopen door bomen en struiken langs de kant een positief effect heeft. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het voor vissen en macrofauna gunstig is als water koeler blijft en bladeren en takken in de beek vallen. Dat hebben we verwerkt in het streefbeeldenboek.”
Ook andere maatregelen voor Bouwen met Natuur zijn belangrijk voor het realiseren van ecologische streefbeelden. Brugmans licht toe. “We hebben de laatste jaren kennis vergaard over onder meer het plaatsen van dood hout, het inbrengen van grindpakketten en zandsuppletie. Dergelijke maatregelen zaten vooral in de experimentele hoek, maar hebben we nu echt geïmplementeerd. Daar ben ik blij mee.”
Aangepast maaibeheer
Brugmans wijst verder nog op het belang van aangepast maaibeheer om delen van de vegetatie te sparen. Daarvan heeft het waterleven profijt. Aa en Maas is momenteel bezig met het actualiseren van het strategisch maaiplan. “Dit liep ongeveer gelijk op met het opstellen van het streefbeeldenboek. Als we met de planvorming voor projecten aan de slag gaan, hebben we nu meteen veel aandacht voor het maaionderhoud.”
In het boek is voor elk ecologisch streefbeeld het meest ideale maaipakket aangegeven. Brugmans geeft een voorbeeld. “Voor natuurbeken heb je het liefst geen onderhoud of anders stroombaanmaaien. Als dat ook niet mogelijk is vanwege de waterafvoer, komen we uit op gefaseerd of alternerend maaien. Wat we bij zulke beken zeker niet doen, is volledig maaien. Zo is voor ieder streefbeeld een gradatie aangebracht.”