Dit weekend sloten de Verenigde Naties na jarenlange onderhandelingen een verdrag over de bescherming van de oceanen. Over zeven jaar moet dertig procent van de oceanen beschermd gebied zijn. “Dit is het bewijs dat het besef van de waarde van oceanen en zeeën eindelijk is ingedaald.”
Internationale wateren waren tot nu toe niet of nauwelijks beschermd tegen vervuiling of overbevissing. “Jarenlang dachten we eigenlijk dat de oceanen als bron van vis, grondstoffen, zuurstof en CO-2 opslag oneindig was. Er is veel te lang veel te veel uitgehaald en teveel afval in terecht gekomen,” zegt Wytske Postma, directeur van Stichting De Noordzee.
Het mooiste aan dit verdrag vindt Postma dat zoveel landen, er staan 180 handtekeningen onder het verdrag, de plannen steunen. “Dit laat zien dat ze beseffen dat oceanen niet een oneindige put zijn waar je zonder consequentie uit kunt halen en in kunt storten, maar dat de oceanen een enorme ecologische waarde vertegenwoordigen en tegelijk kwetsbaar zijn. Ze zijn belangrijk voor het klimaat en voor de biodiversiteit.”
Alleen de natuur met rust laten door beschermde zones te creëren, is niet genoeg, waarschuwt Postma. “Ik ben ontzettend blij met dit akkoord omdat het een enorme stap in de goede richting is. Maar er staat ook veel niet in, bijvoorbeeld over lozingen op zee en over vervuiling. Dat is ook een belangrijk deel van het verhaal, ervoor zorgen dat er minder troep in de oceanen en zeeën terecht komt.”
Als het daadwerkelijk lukt om over enkele jaren dertig procent van de oceanen te beschermen, heeft de natuur volgens Postma goede kans om zich te herstellen en in balans te komen. “De belangrijke vraag is hoe dit verdrag wordt uitgevoerd. Als ik kijk naar de Noordzee dan zie je dat we op papier dertig procent beschermd gebied hebben. In die gebieden mag echter nog zoveel, dat je van effectieve bescherming niet kunt spreken. In de praktijk vindt in grote delen daarvan bijvoorbeeld nog zwaar bodemberoerende visserij plaats. Sinds deze week is 5% van de Noordzee effectief beschermd tegen bodemberoerende visserij. Daarvoor was het 0,3%.”
Voor de natuur in de Noordzee is dit VN-verdrag een grote steun in de rug, denkt Postma. “We zijn bezig met het uitvoeren van het Noordzeeakkoord. Daarin werken we toe naar 15% effectief beschermde gebieden in 2030. Daarnaast is twee weken geleden het Europese visserij actieplan gelanceerd waarin de EU de lidstaten vraagt naar dertig procent effectief beschermde gebieden te gaan in 2030. Het feit dat zoveel landen hebben laten zien dat ze dit een belangrijk onderwerp vinden, helpt ons natuurlijk ook. Dit nog naast het feit dat de toestand van de Atlantische Oceaan van invloed is op de toestand van de Noordzee.”
Maar los van de Noordzee heeft Nederland nog een ander belang bij het VN-verdrag. “Ik las dat het kabinet nog geen standpunt heeft ingenomen, maar daar ben ik wel erg benieuwd naar. Laten we niet vergeten dat Nederland via de Antillen een direct belang heeft bij de afspraken die er nu zijn gemaakt.”