De versterking van de dijken gaat niet zo snel als de bedoeling is. Om de doelstelling van 1.500 kilometer dijkversterking in 2050 te halen, moet er een flinke tand bij worden gezet, zei Deltacommissaris Peter Glas op het Deltacongres. Niet alleen de uitvoering van het dijkversterkingsprogramma vraagt aandacht, de extreme wateroverlast in Limburg afgelopen juli heeft een nieuwe norm gezet voor het klimaatbestendig maken van de ruimtelijke inrichting van Nederland.
In de eerste jaren nadat de nieuwe veiligheidsnormen van kracht werden in 2017, is het niet gelukt om voldoende tempo te maken, stelt Glas. Volgens een eenvoudige berekening zou er per jaar gemiddeld 50 kilometer dijk moeten worden versterkt om de doelstelling in 2050 te halen. Glas: “Het eerste jaar hebben we het niet gehaald, het tweede jaar niet en het derde en vierde halen we het ook niet.”
Als redenen voor het achtergebleven tempo noemt Glas naast een periode 'van op gang komen', de coronapandemie en de stikstofcrisis. Beide hebben een vertragend effect op de uitvoering. De achterstand die nu in het programma is opgelopen, moet weer worden ingehaald, aldus de Deltacommissaris. “Het hoeft geen ramp te zijn. Vanaf 2026 hebben we volgens de planning het goede tempo te pakken, maar dan moet er dus wel een flinke tand bij om de achterstand in te halen. Het is ook een waarschuwing van: let er nou op.”
Extra geld
Glas uitte zijn waarschuwing op het Deltacongres, dat gisteren in Maastricht werd gehouden. Onder zijn toehoorders was ook de demissionaire minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barbara Visser. Zij wees erop dat er te weinig budget is om de infrastructuur, waaronder de dijken, op orde te houden. “We realiseren ons niet dat het geld dat daarvoor beschikbaar is, steeds minder is. Om al die opgaven die voor ons liggen uit te kunnen voeren is extra geld nodig.”
De bewindsvrouw stuurde twee weken geleden een brief naar de Tweede Kamer om het parlement te wijzen op de budgettaire problemen. Glas deed dat eerder bij de aanbieding van het deltaprogramma op Prinsjesdag. Hij vroeg om extra geld met name voor het in stand houden en onderhoud van het hoofdwatersysteem. Voor de komende vier jaar 800 miljoen euro (4 x 200 miljoen). En na die 4 jaar 100 miljoen euro per jaar structureel. Glas: “Onderhoud moet doorgaan, heel belangrijk, maar als de middelen die Rijkswaterstaat daarvoor gebruikt uit het Deltafonds beperkend gaan werken dan gaat dat ten koste van innoveren en investeren.” Of dat geld er komt is aan het nieuwe kabinet om te bepalen.
Haaks
De druk op de budgetten in het Deltafonds staat haaks op de noodzaak om na 2026 extra gas te geven om de doelstelling van 1.500 kilometer versterkte dijken in 2050 te halen. Maar het dijkversterkingsprogramma op stoom houden is niet de enige opgave, de watersnoodramp afgelopen zomer in Limburg heeft duidelijk gemaakt dat ook het klimaatbestendig maken van de ruimtelijke inrichting van Nederland een grotere inspanning vergt.
De aanhoudende regenval heeft een nieuwe standaard gezet voor de weersextremen waarmee rekening moet worden gehouden. Die ligt ver buiten de statistieken waarmee nu in stresstesten en modellen wordt gerekend. Glas trekt er een les uit: “We gaan uitzoeken wat er gebeurt als zo’n enorme bui elders valt. Hoe kwetsbaar zijn andere delen van het land en hoe kunnen we stresstesten die in alle gemeenten zijn uitgevoerd ook toetsen aan dit nieuwe gegeven. Limburg is de aanleiding, maar het is een project voor heel Nederland.”
Nieuwe visie
Minister Visser komt na de Limburgse ramp tot 3 conclusies, zo bleek op het congres. Ze zei: “Bouw toekomstig terug, kijk ernaar dat je zaken versnelt en kijk integraal”. Die opgave vraagt om een nieuwe visie, aldus de demissionaire bewindsvrouw. “We moeten met een andere mindset naar de ruimtelijke inrichting kijken. Dan hebben we het over het water-bodemsysteem en als we dat als leidend principe gaan hanteren voor de ruimtelijke inrichting van Nederland zullen we dat samen moeten doen. Met de gemeenten, provincies en de waterschappen. En het is simpel gezegd, maar het betekent nogal wat.”
Waarna ze ‘water als sturend principe’ koppelde aan andere opgaven die er zijn: bouwen van een miljoen woningen, de overstap naar groene energie, versterken van natuur en biodiversiteit. “En het deltaprogramma blijft onze leidraad als het gaat om de opgaaf die we hebben om ruimtelijke adaptatie, waterveiligheid en zoet water bij elkaar te brengen.”
HEDWIGE-PROSPERPOLDER WINT HET ZONNETJE
Het Zonnetje, de prijs voor een aansprekend project dat als voorbeeld geldt voor effectieve, innovatieve en kansrijke uitvoering van het nationaal Deltaprogramma, is dit jaar gewonnen door het project Hedwige-Prosperpolder. Het kreeg de meeste van de 1.743 stemmen die waren uitgebracht, maakte Deltacommissaris Peter Glas bekend op het Deltacongres.
De Zeeuws-Vlaamse polder die wordt teruggegeven aan de natuur, is een tijdelijke testlocatie voor praktijkproeven. De kennis en inzichten uit de testen kunnen worden gebruikt voor de beoordeling en versterking van dijken in heel Nederland.
De andere twee genomineerde projecten waren Landgoed Lankheet en Cromvlietpark Den Haag. De prijs, een vaas, werd overhandigd door Glas, die in het verleden nog zelf de winnaar uitkoos. Nu is het een publieksprijs geworden. De projecten die worden genomineerd, worden nog wel door de Deltacommissaris bepaald.