Een extreem grote watervraag, scheuren in dijken, grondwater dat op sommige plekken vele decimeters daalde onder de gemiddeld laagste grondwaterstand en nadelige effecten voor wateren in met name stedelijke gebieden, zoals stank, blauwalg en vissterfte. De droogte van 2018 bezorgde Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) een flink aantal problemen, zo blijkt uit de evaluatie die het schap maakte.
“De droogte van vorig jaar was voor ons een testcase”, zegt dijkgraaf Henk Dijk. “Afspraken die we in de zogeheten ‘koude fase’ maakten, werden afgelopen zomer letterlijk op de proef gesteld.” In een persverklaring stelt het waterschap dat het met een goed gevoel terugkijkt op de aanpak.
De evaluatie leverde ook een aantal ‘leer- en verbeterpunten’ op, zoals direct streven naar een zo hoog mogelijk waterpeil in sloten, kanalen en rivieren. Ook een punt van aandacht: welke impact heeft een calamiteit op je organisatie (bezetting) als deze noodsituatie lange tijd duurt?
Grondwater
Binnen het werkgebied van WDODelta werden grote verschillen in 'uitzakkende' grondwaterstanden geconstateerd. In het westelijke, vlakke en lager gelegen deel, kwam het grondwater niet of nauwelijks onder de gemiddeld laagste grondwaterstand. In de hogere gebieden van Salland en Drenthe zakte het grondwater tot soms vele decimeters onder de gemiddeld laagste grondwaterstand.
De problemen in genoemde gebieden zijn illustratief voor de effecten van de droogte op de zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland. Op de vraag wat in navolgende droogteperioden de aanpak is voor de hoger gelegen gebieden ziet het waterschap niet veel meer mogelijkheden dan peilen opzetten en water vasthouden. “Als er te weinig water is om te kunnen doen, dan houdt het simpelweg op. We kunnen geen water maken”, licht woordvoerder Herald van Gerner toe.
“De watervraag was extreem groot”, stelt dijkgraaf Dijk. “Vergeleken met een gemiddeld jaar is afgelopen zomer ongeveer twee keer zoveel water aangevoerd vanuit de IJssel en het IJsselmeer. Bedenk daarbij dat wij ook water ‘doorgeven’ aan onze collega-waterschappen Vechtstromen en Hunze en Aa’s. Al dit water was nodig om de waterpeilen zo goed en zo lang mogelijk op niveau te houden én omdat er massaal water werd gebruikt voor het besproeien van gewassen.”
Scheuren in dijk
Van de dijken verslechterde de grasbekleding en ontstonden op diverse plekken scheuren. Het waterschap nam maatregelen om de belasting van de dijken te verlichten, zoals uitstel van maaien, maar toch hebben dijkstukken schade opgelopen die na de winter mogelijk hersteld moet worden.
Van Gerner: “Door de droogte ontstaan er altijd wel kleine haarscheurtjes in de dijken, maar deze herstellen zich vanzelf als het weer natter wordt. In een dijk bij Zwartsluis en IJsselmuiden zijn forse scheuren ontdekt in de kleilaag van de dijk, door de extreme droogte zijn deze groter en dieper dan normaal. Deze grote scheuren blijven we monitoren. De verwachting is dat deze scheuren zichzelf niet meer herstellen. Na de winter beoordelen we ze opnieuw. Mocht het nodig zijn, dan wordt nieuwe klei aangebracht om de schades te repareren.”
Waterkwaliteit
De droogte heeft niet zo veel effect gehad op de waterkwaliteit in het werkgebied van WDODelta. “Er zijn weliswaar watergangen drooggevallen, maar die hebben voldoende tijd om hiervan te herstellen om op tijd aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water te voldoen”, aldus Dijk.
Wel deden zich door de warmte en droogte problemen voor in kleinere stedelijke wateren. “Hier was wat meer sprake van stank, blauwalg, botulisme en vissterfte door zuurstofgebrek”, laat het waterschap in de persverklaring weten. Om welke wateren het dan ging, kan het waterschap niet specifiek aangeven. Van Gerner: “De klachten kwamen verspreid door ons werkgebied voor.”